Gepost door Henry Schouwstra op dinsdag 28 oktober 2014
De triac is ontstaan uit twee antiparallel geschakelde thyristoren (figuur 1). Het is alleen niet gemakkelijk aan te sturen omdat je twee gate-aansluitingen hebt.
(G1 – T1) en (G2 – T2).
De schakeling (figuur 1) wordt alleen nog gebruikt als er zeer grote vermogens geschakeld moeten worden, zoals in grote motorregelaars en softstarters voor de industrie.Later is alles in één behuizing gemaakt (figuur 2) de gate’s zijn samengevoegd zodat je alleen de aansluitingen (G – T1 – T2) nog hebt, de anode en kathode komen te vervallen en daar was de triac.
Het maakt niet uit voor de triac hoe de stroom loopt; het kan van T1 naar T2 maar ook van T2 naar T1, dat geldt ook voor de gate stroom; die kan zowel positief als negatief zijn.
De triac is alleen geschikt voor wisselstroom, je kan er gemakkelijk een wisselstroomschakelaar mee maken. En met dit artikel gaan we laten zien hoe dat kan.