Voltage drop over diode is 0,7V, waarom ook over een parallele weerstand

fred101

Golden Member

www.pa4tim.nl, www.schneiderelectronicsrepair.nl, Reparatie van meet- en calibratie apparatuur, ook maritieme en industriele PCBs
Frederick E. Terman

Honourable Member

De 'wet van Ohm' was wat Ohm ontdekte over een bepaalde groep geleiders - alle metalen en, heel ietsje minder, ook koolstof -: dat de verhouding tussen spanning en stroom constant was.
Dus U/I = constant. Deze constante noemde hij 'weerstand'.

Voor bijna alle andere geleiders geldt dit niet, en zeker niet voor diodes. :) Dus volgens mijnheer Ohm zelf geldt zijn wet niet voor diodes.

Maar dat is ook maar een mening, natuurlijk. Van mij mag je best de spanning op een bepaald moment delen door de stroom op dat moment, en het resultaat 'weerstand' noemen; als je maar beseft dat die uitkomst voor iedere spanning anders is en zeker niet constant. Je kunt er ook niets mee doen.

Keramisch, kalibratie, parasitair: woordenlijst.org

Dag FET,

Op 6 april 2013 18:32:17 schreef Frederick E. Terman: Je kunt er ook niets mee doen.

Ik denk niet dat iedereen het zonder meer met deze stelling eens gaat zijn, zoals je trouwens kunt lezen in talloze documenten en het filmpje beneden.

http://www.youtube.com/watch?v=QF6V74D2hbY

Op 6 april 2013 18:32:17 schreef Frederick E. Terman: Dus volgens mijnheer Ohm zelf geldt zijn wet niet voor diodes.

Betekent dit dan dat wijlen mijnheer Ohm dan niet zo blij zou zijn met deze video (35 seconden in het filmpje). Ik zou het een hele eer vinden moest men dit de Wet van YokoTsuno noemen LOL.

Groetjes.

fred101

Golden Member

Maar dat is ook maar een mening, natuurlijk. Van mij mag je best de spanning op een bepaald moment delen door de stroom op dat moment, en het resultaat 'weerstand' noemen; als je maar beseft dat die uitkomst voor iedere spanning anders is en zeker niet constant. Je kunt er ook niets mee doen.

Dan wordt de wet van Ohm heel beperkt. Zelf de meeste gewone weerstanden hebben bij DC al geen constante waarden, door bv temperatuur en spanning veranderen ze al. Bij calibratie bv iets om rekening mee te houden. Bij AC wordt het nog erger, en dan bedoel ik niet alleen |Z| maar zelfs Rs verandert al tgv bv het skineffect.

Dit is natuurlijk spijkers zoeken op laag water maar waar leg je dan de grens ;-)

www.pa4tim.nl, www.schneiderelectronicsrepair.nl, Reparatie van meet- en calibratie apparatuur, ook maritieme en industriele PCBs
Frederick E. Terman

Honourable Member

Dat is inderdaad spijkers op laag water zoeken.

In de tijd dat Ohm aan het experimenteren ging was, was het voor velen niet eens duidelijk wat nu precies spanning en wat stroom was.
Dat er een vaste verhouding tussen zou bestaan was een belangrijke vondst.
Het was al lastig genoeg dat te ontdekken. Zijn batterijen hadden nu niet bepaald een constante spanning, maar verslechterden waar je bij stond. Het moet een doorzetter geweest zijn, die Ohm!

Het is nu eenmaal geschiedenis dat "De wet van Ohm" door Ohm zelf genoteerd werd als "spanning gedeeld door stroom is een constante" (wat dus lang niet voor alle materialen opging, maar zeer goed voor metalen en goed voor koolstof).

het filmpje beneden.

.. heb ik niet eens hoeven bekijken; de titel zegt al genoeg. Het gaat hier NIET om de verhouding tussen spanning en stroom (en dus niet om Ohm's proef), maar omd e verhouding tussen een kleine verandering in de spanning en de daarbij behorende kleine verandering in de stroom. De wisselstroom-, signaal- of dynamische weerstand dus.

dU/dI is nu eenmaal niet hetzelfde als U/I - behalve als de Wet van Ohm geldt. :)

--
http://www.synaudcon.com/site/wp-content/uploads/2012/09/ohms-law-illustrated.jpg

Keramisch, kalibratie, parasitair: woordenlijst.org

Beste allemaal,

Nog even door het topic gelezen (ik zit inmiddels op pg. 61 midden tussen de Zener diodes, lijkt allemaal vrij logisch). Ik moet het simpel houden, ik ga met mijn boek nog even uit van ideale diodes, etc.

Samengevat:

  1. De It is inderdaad logisch uit te rekenen als je de 0,7V van de parallelschakeling van Vs aftrekt. Je houdt dan 4.3V / 43Ω = 100mA over.
  2. I2 is ook te berekenen: parallelschakeling, over de diode 0.7V, DUS ook over R2 0.7V. I2 is dus 0.7V / 70Ω = 10mA.
  3. KCL: It = I2 + Id => Id = 90mA

Wat ik nog niet helder heb:
Laten we er voor dit voorbeeld vanuit gaan dat R2 zodanig is gekozen dat D in geleiding komt. Waarom blijft de spanningsval in dit stukje parallel in de schakeling, dus ongeacht een hogere waarde voor R2, constant op 0.7V.

Het vreemde is eigenlijk dat het boek begint met 2 weerstanden in serie en dan 2 weerstanden parallel en daarna komt, na de C(ondensator), de D(iode). En dan ineens de schakeling als aan het begin van deze thread.

Wat mist is eigenlijk een R1 in serie met een R2 + R3 in parallel (al mag ik de D niet als een R beschouwen, maar puur om te beredeneren wat er gebeurt in een dergelijke samenstelling)...

maartenbakker

Golden Member

Ik mag hopen dat 'het niet mist' (dan is de rook ergens uit een weerstand ontsnapt ;)) 'Jij mist iets' of 'iets ontbreekt', maar dat slechts even om zeker te weten wat er staat.

De spanning over een weerstand waar een diode aan parallell staat, wordt op 0,7V 'afgeklemd' zodra deze spanning hoger zou zijn dan dat als je de diode weglaat. Oftewel als je de weerstand hoger kiest, waardoor automatisch de spanningsval over die weerstand ook hoger wordt, dan wordt het alleen maar zekerder dat de diode deze altijd op 0,7V vast wil houden.

Dat wil zeggen, als ik je vraag goed begrepen heb.

www.elba-elektro.nl | "The mind is a funny thing. Sometimes it needs a good whack on the side of the head to jar things loose."
fred101

Golden Member

Zie bij het inschakelen die diode even als een oneindige weerstand, de parallel weerstand stellen we op 1 K. De spanning begint bij nul en gaat langzaam omhoog. We stellen dat Vf 0.7V is.

Bij 100 mV is de diode nog gespert en loopt alle stroom door de weerstand. Dat veroorzaakt een spanningsval van 100 mV over de weerstand en je kan de stroom uitrekenen. 0.1 / 1000 Ohm

Bij 300 mV is de diode nog steeds gesperd. Alle stroom loopt dus nog steeds over de weerstand.

Bij 700 mV is de diode in geleiding. Zijn weerstand is heel laag. Laten we zeggen 1 Ohm. Nu staat er dus een 1 Ohm " dynamische weerstand" parallel met een echte 1 K weerstand. Dat is 1 / ( 1 / 1 + 1 / 1000) ofwel minder dan 1 Ohm. 0.7V / < 1 Ohm is de stroom. Deze loopt naar ratio door de diode en weerstand. De diode heeft een drempelspanning van 0.7V dus lager kan de spanning niet zakken. Doordat de gezamelijke "weerstand" < 1 Ohm is kan de weerstand ook niet de spanningsval bepalen . Die wordt door de gezamelijke weerstand bepaald. Als de voeding onbegrensd is zal er vreselijk veel stroom gaan lopen. Vooral door de diode. Ploft de diode dan staat er nog steeds 0.7 V over de weerstand alleen loopt er nu niet meer ongelimiteerd stroom.

Is de voeding bv door een extra weerstand begrensd dan denk je, nu kun je de bronspanning delen door die weerstand plus die < 1 Ohm. Dat is de stroom. De spanningsval over die weerstand is R x de stroom. De spanning over de diode en 1K is R x de stroom, maar omdat de diode geen echte weerstand is mag je dat zo niet berekenen. Die Vf ligt in dit geval vast ( die wordt wel hoger bij meer stroom) dus de spanning over de diode is en blijft 0.7V
klopt Ohm nu nog ? Ja want door de parallel weerstand loopt nu 0.7 V / 1000 Ohm de rest van de stroom loopt door de diode. ( in werkelijkheid zal de stroom fors toenemen en stijgt Vf, dat is nu eenmaal een kenmerk ( ebers-moll dacht ik voor de formules, maar ik gooi nog al eens namen door elkaar)

Dus je doet het zelfde als bij een LED. De voedingspanning minus Vf, dan stel je vast welke stroom je wilt en kiest de serie weerstand . De spanningsval / stroom.

Er zijn grenzen, als je 0 Ohm parallel aan de diode zet zal alle stroom door die 0 Ohm lopen, de diode spert. Ga je de weerstand nu verhogen dan komt er een moment waarbij er genoeg stroom loopt om de spanning over de weerstand boven de 0.7V te brengen, nu gaat de diode geleiden, de totale stroom neemt toe, maar dat extra gaat door de diode. Door de weerstand blijt de zelfde stroom lopen die hem op 0.7V zet.

Misshien helpt het om er op deze manier naar te kijken.

www.pa4tim.nl, www.schneiderelectronicsrepair.nl, Reparatie van meet- en calibratie apparatuur, ook maritieme en industriele PCBs
Frederick E. Terman

Honourable Member

Het doet wel wat denken aan een waterbak van 0,7m hoog, met onderaan een kraantje dat een beetje open staat.
Als je de bak vult (stroom door R1), gaat er water uit het kraantje stromen (de stroom door R2). Hoe hoger het water staat, hoe harder het water uit het kraantje stroomt.
Maar hoger dan 0,7m kan het water niet komen. Alles wat je er verder in in gooit loopt gelijk over de rand (de zenerstroom). De stroom door het kraantje wordt daar niet meer groter van.

Aan de andere kant, als de vulstroom te klein is, loopt al het water door het kraantje weg en krijg je de bak nooit vol.

(In deze vergelijking moet je even NIET denken aan de tijd die het zou duren voordat de bak vol is. Er wordt hier geen condensator bedoeld.)

Keramisch, kalibratie, parasitair: woordenlijst.org

Op 7 april 2013 14:09:06 schreef maartenbakker:
Ik mag hopen dat 'het niet mist' (dan is de rook ergens uit een weerstand ontsnapt ;)) 'Jij mist iets' of 'iets ontbreekt', maar dat slechts even om zeker te weten wat er staat.

Ha, ha, 3e persoon enkelvoud van het werkwoord 'missen' (ontbreken). Er mist iets (nl. een "R1 ... blabla").
Stam van "missen" is "mis" en dat krijgt in de 3e persoon enkelvoud een "t" ("mis"+"t").

Ook "Wat" is hier een 3e persoon enkelvoud in deze constructie ("hetgeen"), waar het normaal een vraagwoord is en via transformatie een lege positie opvult (Noam Chomsky's TGG): "De kat heeft een muis gegeten" -> "Wat heeft de kat gegeten?". "Wat" vervangt "de muis" en is naar de vraagwoord-positie geschoven. Doen we allemaal zonder dat we er bij nadenken...

Iets kan overigens niet "misten", het kan wel misten.

Maar dat allemaal ter zijde, daar hebben we vast een forum op onzetaal.nl voor ;-)

Op 7 april 2013 14:21:24 schreef fred101:Misschien helpt het om er op deze manier naar te kijken.

Zeer zeker! Ik ben er weer ingetrapt, als je de waarde van R2 zou aanpassen verandert de stroom door R2 en de diode (samen weer It), maar de spanningsval wordt door de diode bepaald (op de 0.7V (700mV)).

[Bericht gewijzigd door Henry S. op maandag 8 april 2013 00:22:49 (15%)

maartenbakker

Golden Member

't is veel simpeler: missen moet i.t.t. ontbreken een subject en een object hebben, anders staat er onzin of hooguit een anglicisme. Onzin die ik in dit geval overigens heus wel begreep, maar waar ik graag even mee wilde spelen.

Ter zake: was de uitleg die ik onder die opmerking plaatste een beetje afdoende, of de nauwkeuriger uitleg die onder mijn bericht nog gegeven werd?

www.elba-elektro.nl | "The mind is a funny thing. Sometimes it needs a good whack on the side of the head to jar things loose."

Elektronica is een precieze hobby, taal ook ;-) Als je "Wat mist is dat" van de zin maakt ("dat" staat dan voor "een R1 in serie met een R2 + R3 in parallel"), zie je duidelijk dat er een subject én een object stonden ;-) "Wat mist is een kroeg" = "Er mist een kroeg".

Overigens ook niet i.t.t. "ontbreken"... Er ontbreekt iets, alhoewel ik me daar nog de constructie "Piet ontbrak in het overleg gisteren" voor kan stellen.

In alle eerlijkheid: ik denk dat de uitleg van Fred het kwartje deed vallen. Ik heb inmiddels H2 afgesloten, dat eindigde met zener diodes. Zodra ik tijd heb weer verder, te veel werk. Laten we het inderdaad bij elektronica houden. Kijk wel eens op de site van Onze Taal, erg leuk.

[Bericht gewijzigd door Henry S. op maandag 8 april 2013 00:22:11 (28%)

Frederick E. Terman

Honourable Member

"De kat heeft een muis gegeten" -> "Wat heeft de kat gegeten?"

Een kat-etende alien heeft de kat gegeten.

Keramisch, kalibratie, parasitair: woordenlijst.org
maartenbakker

Golden Member

Waarschijnlijk heb ik de onderbouwing fout, daar ga ik over nadenken en kom er wellicht per mail nog op terug (voordat ik modjes ècht boos maak), maar "er mist iets" is m.i. toch echt geen valide constructie. "er ontbreekt iets" is dat in elk geval wel. Daarom en omdat ik het mooier vind, zal ik het altijd op die manier schrijven. Dat lost het probleem voor mezelf in elk geval op ;)

www.elba-elektro.nl | "The mind is a funny thing. Sometimes it needs a good whack on the side of the head to jar things loose."

Op 7 april 2013 22:47:41 schreef Frederick E. Terman:
[...]Een kat-etende alien heeft de kat gegeten.

Ha, ha, ja, de ambiguïteit, altijd weer leuk ("Hij rekent op een briefje van 10")... Leuk te zien dat er nog meer mensen zijn die iets met taal hebben.

http://meettechniek.info/actief/diode-images/diodekarakteristiek-temperatuur.gif

Op 3 april 2013 21:34:32 schreef Ex-fietser:
Dit is een karakteristiek van een diode (wiki) Op de horizontale as staat de spanning in volts. Op de verticale as staat de spanning in ik denk (mA). Om een of andere reden staat dat niet in de grafiek. De temperaturen heb ik het even niet over.

Dit plaatje komt uit het artikel Diode metingen en niet uit een wiki artikel (tenzij ze iets gejat hebben).
Er is hier gemeten aan een BYV29-500 en de stroom is hier in ampere's, maar dat is eigenlijk niet van belang. Wat dit plaatje laat zien is dat een simpele meting van de doorlaatspanning het meetresultaat sterk beinvloed. Dit heeft te maken met de opwarming van de diode als gevolg van de meetstroom en de spanningsval.

De diodekarakteristiek (in blauw) is opgenomen door simpelweg de stroom in stapjes toe te laten nemen en de bijbehorende spanningsval te noteren. Hoe groter de meetstroom hoe hoger de junctietemperatuur wordt. En de junctietemperatuur beinvloed de doorlaatspanning. Je ziet dat je op deze manier geen zuivere karakteristiek kunt opnemen.

De rode diodekarakteristiek is opgenomen met korte impulsstromen waarbij de junctietemperatuur constant op 47ºC werd gehouden. Dit levert een getrouwer karakteristiek op. Je ziet dan ook dat de "knik" veel minder scherp is dan vaak wordt aangenomen.

Anoniem

Op 6 april 2013 03:42:25 schreef YokoTsuno:
[...]Een diode is inderdaad geen weerstand maar heeft wel weerstand. Vandaar dat ik de vergelijking met het Engels maakte.[...]

Niet zinvol om op Engels over te gaan zoals ik al schreef. Ook in het Nederlands sttaat het woord weerstand soms voor het fysieke element,( een weerstandje van een halve Watt) en soms voor de waarde ervan (deze component heeft een weerstand van 15 Ohm).

Waarom mag je hier de wet van Ohm niet op toepassen? Fred heeft hierboven een hele mooie R/U (statische weerstand) curve van een diode gemaakt. 1N4148 bij 450mV: I = 0,45/25M = 18nA.Is dit dan de wet van Ohm niet meer? [...]Dat is wat overdreven denk ik.

Fred heeft idd een hele mooie curve gemaakt. De vraag is, geeft die curve nuttige informatie en kun je ze correct interpreteren?
Het lijkt me onzinnig om de spannning/stroom karakteristiek van een diode uit te drukken als weerstand omdat een groot deel ervan bepaald wordt door een quantummechanischeverschijnsel dat zich niet als weerstand gedraagt. Uiteindelijk klopt de redeneringwel, maar dan enkel in het beschouwde werkpunt.
Een diode is in tegenstelling tot een weerstand een niet-lineair element. Dat wil zeggen dat bij een weerstand een verandering van spanning een evenredige verandering van stroom teweegbrengt. Bij een diode is dit niet het geval. Jouw fout is dat je er niet aan denkt dat de wet van Ohm eigenlijk zoals de meeste natuurkundige wetten als een differentiaalvergelijking geschreven wordt. Dus welke verandering van stroom brengt een veranderende spanning teweeg.. In het dagelijks leven gebruiken we meestal de statische versie R=U/I die enkel de weerstand in 1 punt weergeeft.

Bij een weerstand parallel aan een diode zal de spanning lineair oplopen tot aan de doorlaatspanning van de diode. Vanaf dat punt blijft de spanning quasi constant en gaat jouw Wetvan Ohm de mist in.

Volgens mij is de weerstand van de gemiddelde diode hier op CO veel hoger dan "een paar" milliohm. Als je dit model neemt: Diode with voltage source and current-limiting resistor in http://en.wikipedia.org/wiki/Diode_modelling is alleen al de dynamische weerstand(zonder het verlies veroorzaakt door de drempelspanning):
voor een 1N4007 heeft ongeveer 0,6 Ω

Dat klopt niet.
Het door jouw aangehaalde document schept geen klaarheid in dit probleem.
De spanning over een 1N4007 Diode in doorlaat bij 10A is 1.3V. Volgens de specs van de fabrikant.
Moest de Ohmse weerstand 0.6 Ohm zijn, zou de spanning over de diode bij 10A minstens zes volt zijn. Gezien de diodecurve ook bij grotere stromen niet lineair is, betekent dit dat de hogere spanning bij hogere stromen niet enkel te wijten is aan de intrinsieke ohmse weerstand, maar ook aan de verdeling van de stroom door de chip en de veldeffecten van de grotere elektroneconcentraties. Nogmaals ik schat de echte Ohmse weerstand van een 1N4007 op zo'n 15 mOhm.

Frederick E. Terman

Honourable Member

Het aandeel dat niets met de diodewerking te maken heeft ligt voor een 4007 in die buurt; een veel gebruikt model rekent met 40m. Voor een kleine detectiediode als de 4148 is het heel wat meer, daar zie je iets van een ohm.

Keramisch, kalibratie, parasitair: woordenlijst.org

@GD en fred101.

Ik kan de discussie tussen jullie niet goed volgen, want beiden hebben gelijk, maar de meetomgeving is verschillend..

"weerstand" van een diode hangt af van stroom die er doorloopt.

GD jaagt er meteen 10A door, geen wonder dat hij bij 15mOhm uitkomt, maar diezelfde diode heeft bij 10mA een "weerstand" van honderden mOhms ("weerstand"= dU/dI in dat punt).

Kom dus eerst eens overeen bij welke stroom je dU/dI meet :-)

groeten

Kris

....Quantummechanische verschijnselen en veldeffecten van hogere electronenconcentraties....

Ik vrees dat ik hier moet afhaken. Misschien dat de anderen nog mee kunnen :).

Nog wat stof tot nadenken. Wat heel vreemd is in deze discussie is dat geen mens het in vraag zou stellen als iemand de wet van Ohm op een gloeilamp zou gaan toepassen, laat staan de "weerstand" hiervan zou gaan meten. Nochthans is de U/I grafiek van een gloeilamp al bijna net zo krom als een diode.

maartenbakker

Golden Member

En werden en worden VDR's ook wel gebruikt op plekken waar een zenerdiode of transzorb eventueel ook toepassing zou kunnen vinden, om het nog maar niet te hebben over de karakteristieken van PTC's die welhaast in de buurt van zekeringen komen (nogal erg stijl).

www.elba-elektro.nl | "The mind is a funny thing. Sometimes it needs a good whack on the side of the head to jar things loose."
Frederick E. Terman

Honourable Member

de wet van Ohm op een gloeilamp zou gaan toepassen, laat staan de "weerstand" hiervan zou gaan meten.

Maar hier is eigenlijk iets anders aan de hand.
Voor gloeidraden geldt de Wet van Ohm vrij goed, als de temperatuur maar constant blijft (zoals Ohm ook in zijn wet schreef).
En dat lukt bij werkende gloeilampen natuurlijk niet goed. :)

Keramisch, kalibratie, parasitair: woordenlijst.org
fred101

Golden Member

Voor een weerstand geldt het zelfde als voor een gloeidraad, als de temperatuur maar gelijk blijft ;-)
De eerste gloeidraden waren van tantalum, daar worden ook weerstanden van gemaakt.
Als je een weerstand in een vaccuum roodgloeiend stookt verandert zijn weerstand behoorlijk (klinkt wat raar en daarom is Engels zo gek niet op dit punt, dan heb je resistor and resistance)

Maar een weetstand heeft blijkbaar ook een Spannings Coöfficient. Zijn weerstand verandert ten gevolgen van meer of minder spanning. Nu is dat laatste wat lastig want bij meer spanning loopt er meer stroom, dus je zou het ook een stroom coöfficient kunnen noemen. Maar het effect is zover ik meet voornamelijk meetbaar bij hele hoogohmige weerstanden en spanning waarbij er bijna geen stroom loopt en ook de opwarming verwaarloosbaar is. Bij bv 1000V en 10M wordt er maar heel weinig vermogen opgestookt.

Maar het is een beetje lastig meten want wat er gebeurd bij meer stroom is dat het ding warmer wordt. Altijd, ook is het maar heel weinig, en een weerstand heeft een tempco. Hierbij moet je dus de temperatuur geforceerd constant houden. Leuk mooi experiment als straks mijn component oven klaar is. ( met peltier element dus ik zou daarbij ook de temperatuur geforceerd constant moeten kunnen

Dus om aan de wet van Ohm te voldoen moeten we aan de nodige voorwaarden voldoen. En die voorwaarden moeten zorgen dat de stroom, spanning en weerstand constant blijven.

Volgens sommige voor onbepaalde tijd, volgens andere mag het ook voor een bepaalde tijd

Probleem is hierbij ook wisselspanning/stroom. Ok, we nemen de effectieve waarde en klaar, maar AC heeft een frequentie die varieert, en daardoor verandert de impedantie, het reactieve deel maar ook het reele deel ( oa skineffect)

Hel moeilijk als we voor onbepaalde tijd aan Ohm willen voldoen. Maar als we momenteel kijken wordt het allemaal een stuk makkelijker. En eigenlijk kijken we altijd momenteel, nooit oneindiglang ( maar dat is filosofisch, net als zeggen dat DC niet bestaat want ooit is het begonnen en ooit stopt het, dus elke DC spanning is een puls van onbepaalde lengte en bij uitschakelen kan tegen EMK zorgen voor een negatief deel waardor het echt AC wordt jet een enorme kleine dutycyce en vreselijk lage frequentie ;-) )

En momenteel zijn we bv ook prima in staat naar de momentele weerstand van een diode kijken. Of dat nut heeft ? Ja, waarom niet, zo kun je bv bepalen hoeveel vermogen een diode opstookt. En bij sommige diodes is deze eigenschap zelfs heel belangrijk, bv bij pindiodes.

GD, dat plaatje was gewoon het gevolg van wat metingen aan diodes. Gewoon ter leering en vermaak. Ik heb bv ook zo'n meting gedaan als in de grafiek van Freddy. Dus Vf en temperatuur, ( maar ook Vf en spanning, Vf en stroom ect, een 1n4148 kon precies 1A gepulsed aan, maar een 1n4007 ging door tot 10A waarbij de temperatuur ineens exponentiel omhoog vloog en de diode door de toegenomen electronen dichtheid en quantum veld effecten in fotonen en een electronenwolk uit elkaar viel. Daarbij was de electronen wolk duidelijk zichtbaar, wat aantoont dat electronen zwartachtig grijs zijn :-)

www.pa4tim.nl, www.schneiderelectronicsrepair.nl, Reparatie van meet- en calibratie apparatuur, ook maritieme en industriele PCBs
Anoniem

Op 10 april 2013 04:20:35 schreef YokoTsuno:
....Quantummechanische verschijnselen en veldeffecten van hogere electronenconcentraties....

Ik vrees dat ik hier moet afhaken. Misschien dat de anderen nog mee kunnen :).

Yoko Tsuno is toch de geniale dochter van een Japans geleerde en zelf elektrotechnisch ingenieur. -) Dan komt bij mij de logische vraag op: ben jij één van de zeldzame meisjes op dit forum, of toch een jongetje? Of iets tussenin? :-)

Tis toch niet zo moeilijk? Fred deelt de spanning van de Va/Ia en komt de dimensie weerstand uit. Op zich is dat correct, maar dat is een onzinnige bewerking omdat je er niets zinnigs mee kunt.

Een ideale diode bestaat uit een overgangszone tussen twee verschillende halfgeleiders. Er is een inwendig elektrisch veld aanwezig tussen beide delen.Bij Si is dat ongeveer 0.65V. Hoe dat veld daar komt heb ik al uitgelegd. Misschien kun je even de theorie over diodes lezen om het ten volle te begrijpen.
Elektronen die door die diode willenn moeten een energie hebben die hoger is dan dat veld, dat lijkt me logisch.

Een ideale diode is dan ook een schakelaar die opent bij 0.65V.(of sluit, tis maar hoe je het bekijkt)
Van weerstand is hier geen sprake. Er de dimensie van een weerstand aan geven is dus correct als je elk punt op de curve afzonderlijk beschouwt maar zinloos. Het vertroebelt het inzicht.

De energiesprong die de elekronen moeten maken om over de barriere te geraken remt ze af en daardoor geven ze een foton af met een golflengte die overeenkomt met 0.65V. Dat is ongeveer 920nm.
Dit foton wordt in een gewone diode geabsorbeerd door het kristal en in warmte omgezet. De formule Ia x Va =Pa klopt uiteraard.
Bij toenemende stroom spelen elektrische en magnetische invloeden van de elektronen op elkaar ook nog een rol. Door allerlei zaken die hier te ver zouden leiden krijgt de doorlaat kurve haar niet ideale vorm.
Eén van die factoren is de ohmse weerstand die alle geleidende materialen nu eenmaal hebben. Dus de aansluitdraden, de bondingsdraadjes met de chip, en de weerstand van het gedoteerde Si. Ik beweerde dat die in het mOhmbereik ligt, 15-50 mOhm lijkt me redelijk voor een 1N4007, terwijl Yokotsuno het hield op 0.6Ohm.

Dit heb ik weerlegd door het volgende: een 1N4007 is ontworpen voor een max continue stroom van 1A, maar gedurende korte tijd kan ie wel 10A hebben. De karakteristiek opgegeven door de fabrikant loopt dan ook zover door. De bijhorende Va bij 10A wordt opgegeven als 1.3V. Dit is dus de drempelspanning plus alle andere verschijnselen en Ohmse weestand in begrepen. Door de fabriknt zelf opgegeven, dus correct.
Moest de Ohmse weerstand 0.6Ohm bedragen, dan zou de Va in dit punt reeds 0.6 Ohm x 10A = 6V bedragen, dan nog zonder rekening te houden met de drempel enz..
het zou dus minstens op 7V uitkomen.
Dit bewijst dat de bewering van Yokotsuno, op basis van de vermelde webpagina niet correct kan zijn.

Op 11 april 2013 14:59:24 schreef grotedikken: Dan komt bij mij de logische vraag op: ben jij één van de zeldzame meisjes op dit forum, of toch een jongetje? Of iets tussenin? :-)

Foei, Foei GD :)