In HiFi FM-tuners zitten er in de FM-frontend vaak twee signaalkringen met daartussen een HF-voorversterker met een enkele FET (zie onderstaand schema Akai AT-K110). Deze twee signaalkringen zorgen voor een goede spiegelfrequentie-onderdrukking en dat de mengtrap minder onnodige HF-signalen aangeboden krijgt, waardoor de kans op intermodulatie geringer is.
Nu lijkt mij dat deze schakeling erg gevoelig is voor parasitaire oscillaties door de gate-drain miller capaciteit van de FET, omdat deze twee signaalkringen aan de gate en de drain elkaar kunnen zien via deze capaciteit. Deze configuratie heet ook wel Tuned Plate, Tuned Grid. Om dat te voorkomen, zitten er tussen de drain en de koppelwinding naar de tweede signaalkring stopweerstandjes van enkele tientallen Ohms.
Maar waarom worden er dan in de HF-voorversterker in HiFi FM-Frontends bijna geen cascodeschakelingen gebruikt bestaande uit 2 FET's, of uit 2 BJT's, of uit een FET en een BJT? Een cascodeschakeling heeft immers een zeer goede scheiding tussen de in- en de uitgang, waardoor die heel stabiel is en de kans op parasitaire oscillaties erg klein is. Heel af-en-toe worden er Dual-Gate MOSFETS als HF-voorversterker in FM-Frontends gebruikt.
FM-Front-end Akai AT-K110 Tuner: