Dat vond ik juist zo leuk van die elektrolytische gelijkrichter: hij was waardeloos voor de wat hogere frequenties, doordat zijn parasitaire capaciteit zo afschuwelijk groot was.
'Ha, je kunt dit kreng beter als condensator gaan verkopen!'
'Mag alleen de spanning nooit van polariteit wisselen...'
'Nou en? Dan nog zouden er zat toepassingen zijn.'
Bij een nagemaakte bipolaire elco kun je inderdaad zonder diodes.
De RC-tijd die de elco nodig heeft om zich op een bepaalde spanning te polariseren, is dan wel erg hoog. Dat komt doordat moderne elco's nauwelijks lekstroom hebben, vergeleken met die van een paar decennia geleden.
Aan de andere kant is dat ook niet zo erg. Juist doordat die lekstroom zo laag is, heeft de 'verkeerde' elco maar weinig te lijden.
In toepassingen waarbij een bipolaire elco in serie met een wikkeling van een motor staat, zoals in een antennerotor, worden liefst wèl dioden toegevoegd, omdat de stromen daar wat groter zijn.
--
In geen enkel ernstig document heb ik ooit een vervangingsschema van een elco gevonden met een diodecomponent.
iedere component die in de ene richting meer stroom doorlaat dan in de andere, is in zekere zin een diode.
Gezien beide elco's in serie staan zou de crossoeververvorming trouwens enorm zijn.
Los ervan dat de 'inwendige' diodewerking in een elco natuurlijk niet een hoge drempelspanning zoals een Si-diode heeft, maakt dat ook verder helemaal niet uit: rond het midden van de sinussen loopt er helemaal geen stroom door de (al of niet toegevoegde) diodes. Daar loopt alleen stroom door in de uiterste pieken van de sinus, waardoor zo de polarisatie op niveau wordt gehouden. De rest van de tijd sperren beide diodes.