Op 26 september 2012 17:29:29 schreef tin.soldier:
Met parallelschakelen heb je hetzelfde rendement en vermogen
Het vermogen verdubbelt toch juist? Ik ga er dan wel van uit dat ik ook 2 watt aanlever, wat bij één enkele tor niet mag.
O, ik heb parallelschakelen gelezen als balanceren. Maar wat is er in een afgestemde, niet-gebalanceerde versterker dan parallel te schakelen? Je ziet dan gewoonlijk toch maar één transistor in de signaalweg?
Oh, ik heb over je vraag heel gelezen.
Mijn antwoord was op de vraag er vlak boven. Ik had moeten schrijven:
Met parallelschakelen heb je hetzelfde rendement en vermogen als met balansschakelen, in dezelfde klasse.
Als dus één tor 10W kan leveren (met 1W insturing), dan kunnen twee torren 20W leveren (met, samen, 2W insturing).
Het maakt daarbij in principe niet uit of je ze parallel of in balans zet.
Maar balans kan om twee redenen worden gekozen:
- Bij balans verdubbelen de impedanties (ten opzichte van een enkele tor), terwijl ze bij parallel halveren. Dat is een voordeel bij hogere vermogens, omdat de impedanties daar meestal onhandig klein dreigen te worden.
- Bij balans kun je de hele sinus versterken, ook in klasse B. Bij parallel in B kan dat niet, net zo min als bij een enkele tor in B. Terwijl je voor het rendement wel klasse B wilt. Voor breedbandige lineaire versterking in klasse B moet je dus wel balansschakelen. Voor smalbandige HF versterking hoeft dat niet, dan kan een enkele tor (en dus ook een parallelschakeling) ook.
Waarom een enkele tor (of een parallelschakeling) in klasse B tòch een lineaire HF-versterker kan zijn, is weer een ander verhaal. Dat is leuk om uit te puzzelen; een simulator helpt daarbij ook.
In de praktijk loopt er in een lineaire versterker natuurlijk ruststroom; voor 'B' leze men dus: AB.
Bijna alle handels-amateurzenders van 100W die nog buisjes in de eindtrap hadden, hadden een parallelschakeling van twee eindbuisjes. Balans had ook gekund, maar was daar niet nodig: de impedanties waren al hoog genoeg, en de eindtrap was afgestemd.