@SparkyGSX en @vergeten: Bedankt voor de uitleg en toelichting over repaircafés.
Ik kende het fenomeen alleen van het noemen van de naam, maar ik kon me geen voorstelling maken van wat daar plaatsvindt. Het gaat dus uitsluitend om heel eenvoudige reparaties die zo'n 40 jaar geleden door elke huisvader die een schroevedraaier kon vasthouden werden uitgevoerd. Dat is niet denigrerend bedoeld, maar een observatie.
Mijn grootvader was van beroep banketbakker en kok, maar hij repareerde wel de stofzuiger en de kolengestookte cv-ketel, om een voorbeeld te noemen. Niet omdat hij er kennis van had of omdat hij het leuk vond, het was noodgedwongen om geld uit te sparen.
Mijn vader was monteur van rotatiepersen, de machines waarmee kranten, boeken en tijdschriften worden gedrukt. Ondanks zijn minimale kennis van elektriciteit repareerde hij ook de stofzuiger, het strijkijzer, gesprongen waterleidingen en alles dat in huis stuk kon gaan. Ook om geld te besparen voor een vakman.
Het woord "internet" of zelfs "computer" kwam in hun beider vocabulaire niet voor. Ze moesten zich zien te behelpen met hun eigen inzicht en informatie die ze bij collega's, familie, vrienden of kennissen konden opdoen.
De opgedane kennis en vaardigheden droegen ze over op hun kinderen.
En plotseling ging het mis. In de jaren 70 van de vorige eeuw was "handwerk" en "gereedschap" een heel vies woord. Bijna pornografisch. Daarmee bemoeide je je niet als je jezelf respecteerde. Het repareren van dingen liet je over aan de laagste 'kaste' in de samenleving, de handarbeiders.
Daarvoor was die houding er ook al, maar alleen voor hen die het zich financieel konden permitteren om een handwerksman in te huren voor een eenvoudig klusje.
Met het afwijzen van dat 'ordinaire' gedoe met schroevedraaiers, soldeerbouten en ander gereedschap verdween ook de kennis en de wil om zélf een reparatie uit te voeren. "Het ding is stuk. Dan kopen we toch gewoon een nieuwe" werd de nieuwe mantra. Mede beïnvloed door de goedkope import die toen op gang kwam.
Het is mijn eer te na om niet eerst te proberen een defect zelf op te lossen, maar ik ben dan ook opgegroeid in de jaren 50 en 60 toen niemand nagels had om aan zijn k**t te krabben.
Schoolopleidingen zijn er ook mede debet aan dat het zelfvoorzienend handelen is verdwenen.
In de jaren 80 zocht ik voor mijn reparatiewerkplaats van mobilofoons en portofoons nieuw personeel. Bij de sollicitatiegesprekken vroeg ik of de sollicitant een blokschemaatje kon tekenen van een ontvanger en zo mogelijk nog van een zender.
De meesten kwamen niet verder dan een luidspreker met een antenne.
"Maar ik kan wel programmeren" was de verdediging. En dáár had ik nu juist geen behoefte aan.
Het begrip van de werking van een elektronisch apparaat ontbrak geheel in de beleving van de meeste sollicitanten.
Tot zover mijn tirade tegen het gebrek aan kennis en wil van de meeste huismoeders en -vaders (in alfabetische volgorde, gevolgtrekkingen op het gebied van verantwoordelijkheid zijn voor uw eigen rekening )
Nu terug naar de vraag van de TS.
Is het solliciteren naar een functie in de reparatie van witgoed een goede keus?
Mogelijkerwijs in de sfeer van repareren van garantiegevallen onder regie van de importeur of fabrikant wel.
Bij zelfstandige reparatiebedrijven zet ik vraagtekens of deze nog bestaansrecht hebben. Tenzij deze langlopende contracten hebben met detailhandels.
Jaren geleden had ik bij de wit- en bruingoedwinkel Scheer & Foppen, onder een andere naam ook bekend als De Harense Smid, een tv gekocht. Na 3 jaar was de tv defect. Hij werd opgehaald door een koeriersbedrijf en naar een reparatiebedrijf in Arnhem gebracht. De relatie met Scheer & Foppen was uitsluitend het contract voor de reparatie van goederen.
Zo'n bedrijf met enkele grote klanten heeft mogelijk nog overlevingskansen, maar de eigen servicedienst zoals die 40 jaar geleden bij veel wit- en bruingoedwinkels bestond al heel lang niet meer.
Het is voor de TS dus vooral heel goed kijken in wat voor bedrijf je binnenstapt.
Op 25 juni 2017 02:35:22 schreef Hubie:
Ik heb zo'n 20 jaar als monteur\reparateur in de elektronica gewerkt,altijd een goed belegde boterham verdiend.
Tegenwoordig lijkt het wel of alle jongens en meisjes allemaal directeur of manager(inclusief wit boord) willen worden.
Vuile handen lijken taboe tegenwoordig.
Vanaf 1965 tot 2010 heb ik in de reparatie van elektronische apparaten gewerkt. Hoeveel jaar is dat? Mijn rekenvaardigheid gaat ietwat achteruit de laatste jaren
Grapje natuurlijk, maar het geeft wel aan wat er tegenwoordig (de afgelopen 40 jaar) mis is aan de maatschappij. De onderwaardering van vakmanschap.
Het is duidelijk te zien aan de pretpakketten die op scholen worden aangeboden:
Google maar eens op "scholing for leisure". Nutteloze en bullshit opleidingen en baantjes te over. Na twee jaar zitten al die onbenullen in de WW omdat ze niet meer aan de gewenste "uitstraling" voldoen.
Maar opleidingen in die "leisure" doen het nog altijd heel goed. Je hoeft er niets voor te kunnen of te presteren. Heel mooi dus voor de instituten die die bullshit aanbieden en voor de dummies die daar intrappen.
[Bericht gewijzigd door
evdweele
op zondag 25 juni 2017 06:53:58
(13%)