Hi,
Tijdens het doorbladeren van wat oude tijdschriften raakte ik geëmotioneerd door een schakeling, de tranen sprongen mij in de ogen...
( Het moet niet gekker worden met deze oude aap )
Het is een ontwerp van James Bongiorno en ik vermoed dat dit de zelfde man is als de gene die heeft gewerkt aan Dynaco, Treshold, SAE, GAS enz versterkers.
Hieronder de link van het voorversterker ontwerp van hem, dat ik als uitgangspunt heb genomen voor wat ik er van gemaakt heb.
http://www.bramcam.nl/NA/NA-OldSchool-PA/JB-Preamp-1975.pdf
Ik zal het een en ander uitleggen aan de hand van het schema en wijzigingen die ik heb gedaan aan het orginele schema.
Er moesten wijzigingen komen, dit omdat de transistor en Fet die er in het orginele versterker trapje zaten "unobtanium" zijn geworden.
Ik heb flink wat uitgezocht en geëxperimenteerd voor ik een schakeling had, die enigzins werkte met de componenten die ik tot mijn beschikking had.
Het grootste probleem was de E101 Fet, dit is een Fet met een lage Ids en redelijk lage ruis.
Met bijna alle Fets die ik voor handen had, kreeg ik geen werkende schakeling, dit doordat ik het DC instelpunt niet goed kreeg.
Nu eerst even een stukje van het orginele schema dat ik uit het bovenstaande PDF document heb gehaald.
Eerste tranentrekker
Waardoor raakte ik nu ontroerd in dit schema, de ontwerper heeft echt zijn uiterste best gedaan alles uit deze tweetraps versterker te halen!
Hier dus de ingangstrap welke het meest uitgebreid is.
We beginnen bij Q2, C8 is niet nodig en zit ook niet in mijn uiteindelijke ontwerp met de door mij gekozen transistoren, negeer dit component dus.
Er is een kleine emittor weerstand van 120Ω die voor twee dingen zorgt, dit is een beetje lokale tegenkoppling van Q2 en het "bootstrappen" van de Drain impedantie van Q1 en levert een hogere versterking op.
Q1 ziet hierdoor een hogere impedantie aan de Drain dan als C7 er niet zou zijn.
C7 lift de bovenzijde van R8(2K) op als de basisspanning van Q2 ook omhoog gaat en visa versa.
Hierdoor ziet de Fet aan de Drain dus een veel hogere impedantie daar dan alleen de 2K of als je de elco weg zou laten 5K in de Drain van R7 en R8.
Tweede tranentrekker
Kijk naar de Source van de Fet Q1 deze gaat via C6 naar de Gate weerstand R6 en "bootstrapt" deze voor lage frequenties.
Dit werkt op de zelfde manier als met de emittor van Q2, bij de Fet volgt de Source de Gate van Q1, hierdoor "verdwijnd" de weerstand R6 voor de lage frequenties.
Hoe goed werkt dit nu, nou tot honderdtal Khz is de ingangsweerstand zo hoog dat deze -0,02dB gezakt is t.o.v. 1Khz.
Derde tranentrekker
Maar het wordt nog mooier, kijk weer naar de Source van Q1, deze gaat ook naar twee ceramische condensatoren van 330pF die op de knooppunten
van de beveiligings 1N4148 zitten.
Ook de ingangs capaciteit wordt hier gebootstrapt!
Hoe goed werkt dit nu vragen sommige van jullie je misschien af?
Hier wat waarde van mijn aangepaste schema dat hier onder staat.
In serie met de ingang van de versterker heb ik een 100K weerstand opgenomen om de capaciteit te kunnen bepalen.
10Khz = 0dB (100K in serie geeft -0,02dB verzwakking t.o.v. de directe aansluiting)
420Khz = -0,1dB
1,3Mhz = -1dB
1,7Mhz = -3dB
Dat resulteerd dus in een ingangs capaciteit van kleiner dan 0,9pF!
Gerjan vroeg zich vorige week af waarom C2 in het orginele schema zit, deze is 20pF.
Deze dient volgens mij om de goede capaciteit te genereren voor gebruik met scoop probes.
Rond de tijd van deze voorversterker (1975) waren de scoops tussen de 25 en 35pF wat ingangs capaciteit betreft (De betaalbare scoops )
Plaatje van een voorlopig schema, daar ik de compensatie nog beter moet bepalen voor zowel klein signaal gedrag en groot signaal gedrag.
Ja, het schema is uitgebreider geworden maar heeft hierdoor nog betere eigenschappen gekregen.
In een volgend stukje ga ik dan uitleggen waarom, hoe en waar van mijn aanpassingen.
Als het goed is, is het orginele schema nog steeds te herkennen in mijn versie.
De versterking is +20dB wat 10x is en dit wordt later nog uitgebreid met nog een trapje hiervoor,
ongeveer zoals in het orginele schema, alleen niet schakelbaar tussen +20dB en +40dB.
Dan nog wat plaatjes van het bouwen en de testsetup, de test setup is gedaan op een breadboard met de daarbij behorende paracitaire capaciteiten.
Op de voorgrond is het printje te zien van een +20dB versie en door de opbouw capaciteitsarm te doen haal ik een -0,1dB bandbreedte van 7Mhz bij 1V RMS uit.
Het een en ander is natuurlijk afhankelijk van de compensatie die ik gatoepassen.
Wil ik voor sinus een zo vlak mogelijk frequentie gebied, dan gaat dit ten koste van de blok abberaties.
Hier is goed te zien, dat ik een aantal gaatjes heb uitgeboord om de capaciteit van de gevoelige nodes te beperken.
Als je goed kijkt, zie je dat de opbouw op het printje vrij goed het schema volgt.
De middelste twee dioden zijn boven de print gemonteerd om de capaciteiten daar zo klein mogelijk te houden.
De 100Ω serie weerstand zit op het knooppunt van deze dioden gesoldeerd en gaat naar de ingangs condensator.
De twee Philips grijze cer. condensatoren dienen voor het bootstrappen van de dioden en verlagen de ingangs capaciteit van deze versterker tot de mooie lage waarde die ik hierboven aan gaf.
Ik heb mij vandaag helemaal kappot gezocht waarom mijn versterkertrapje op de print gebouwd zo'n slechte frequentie respons had,
Voor DC was alles OK, zien jullie het? je kijkt hier tegen de uitgangs sectie aan.
Dat is het voor nu, maar ik hoor graag van jullie wat mijn aanpassingen voor voordelen opleverde t.o.v. het orginele schema.
De nadelen mag ook, want die zijn er natuurlijk ook.
Groet,
Blackdog