Jup. Al die regelaars hebben ook een eigen verbruik.
Bij lineaire regelaars is dat vaak gespecificeerd als Quiescent Current. Dus bij een L7805 bijvoorbeeld (max) 6mA. Als er dus níks op de uitgang is aangesloten (behalve de ontkoppelcondensator), dan is de ingangsstroom alsnog 6mA (of iets minder als je geluk hebt). Trek je 10mA uit de uitgang, dan loopt er alsnog 16 mA ingangsstroom. (De 6 mA gaat door de poot die aan GND hangt. Als je die los zou halen, werkt de regelaar niet meer.)
Maar ook schakelende regelaars hebben gewoon een eigen verbruik. Voor niks gaat de zon op. Alleen daar is het vaak iets lastiger aan te rekenen omdat dat eigen verbruik niet constant hoeft te zijn (Kan toenemen bij meer belasting, als er vaker geschakeld wordt en de gate van de schakelfet dus vaker geladen moet worden).
Maar voor batterijgevoede toepassingen, die zuinig moeten zijn, heb je dus regelaars met een laag eigen verbruik nodig. (Die bestaan.)
Efficientie wordt gemeten door uitgaand vermogen te delen door ingaand vermogen. Dus als je dan een schakelende regelaar hebt die zélf 500 mW gebruikt, en je gebruikt aan de uitgang geen vermogen, is dat 0/500 mW = 0.
Gebruik je 500mW, dan is het 500mW / 1W = 50%.
Gebruik je 50W, dan is het 50W/50.5W = 99,1 %
Náást het eigen gebruik zijn er bij schakelende regelaars ook nog verliezen, in b.v. de gelijkrichter, de schakelfet en de spoel. Daarmee wordt het sommetje voor de efficiëntie nog wat uitgebreider, omdat die verliezen toenemen met de belasting aan de uitgang. In bovenstaand rekenvoorbeeldje word er uitgegaan van een ideale regelaar zonder verdere verliezen, wat in de praktijk niet kan.