Stel, we beginnen op t=0ms, het is stil en alles is stroomloos in het sprookjesbos. Een periode duurt 20ms, en met 3 fases zijn er 6 moment dat de spanning op een fase ten opzichte van de nul maximaal positief of negatief is (+325V of -325V), dus ongeveer elke 3.3ms.
Net voor t=3.3ms is de spanning op fase U, ten opzichte van de nul, op de maximale waarde (+325V), en gaat de gelijkrichter die tussen fase U en de nul zit, kortstondig in geleiding. In fase U en de nul loopt, gedurende deze korte tijd, dezelfde stroom, die na enkele milliseconde weer stopt omdat de buffercondensator weer vol zit.
Bij t=6.6ms is de spanning op fase V, wederom ten opzichte van de nul, maximaal negatief (-325V), waardoor er in die fase en in de nul voor korte tijd een flinke stroom loopt. De andere twee fases zijn op dat moment stroomloos.
Bij t=10ms is fase W aan de beurt, bij t=13.3ms fase U weer maar dan in tegengestelde richting, bij t=16.6 fase V, tot slot bij t=20ms fase W in omgekeerde richting, en dan zijn we weer waar we begonnen. Elke van de 3 fases heeft nu 2 keer een piekstroom door de gelijkrichter gehad, en de nul heeft elk van deze 6 pieken moeten verwerken. Kan iemand mij uitleggen waarom de som van 6 pieken gelijk is aan de som van 2 pieken, als die pieken allemaal even groot en lang zijn?
Dit komt natuurlijk doordat zo'n kookplaat doorgaan geen 3-fase gelijkrichter heeft, maar 3 aparte enkelfase gelijkrichters; het effect is hetzelfde als je 3 losse kookplaten elk op een andere fase zet.
Op 14 juni 2019 11:21:40 schreef blurp:
Een gelijkrichter geeft geen fasedraai aan de stroom. Dus de gecombineerde nulstroom van twee gelijkrichters op verschillende fase is nog steeds kleiner/gelijk aan de hoogste fasestroom.
Non sequitur; je conclusie volgt niet logisch uit de stelling. Je impliceert dat een fasedraaiing de enige mogelijk oorzaak is van een grotere stroom in de nul, en dat is niet waar. Op geen enkel moment zijn beide gelijkrichters tegelijkertijd in geleiding, dus voor beide gelijkrichters is het bestaan van de andere irrelevant. De nul moet beurtelings de retourstroom van beide gelijkrichters verwerken; op geen enkel moment is de stroom in de nul groter dan de stroom in één van de fases, maar de GEMIDDELDE (en daarmee de effectieve) stroom in de nul is wel groter dan de gemiddelde stroom in elk van de fasedraden. Ergo, de nuldraad zal meer opwarmen dan elk van de fasedraden, als die allemaal dezelfde doorsnede hebben.
Je kunt cos phi (fasedraai van inductieve of capacitatieve lasten) en golfvormvervorming niet vergelijken ookal leiden ze allebij tot een power factor < 1
Dat doe ik ook helemaal niet; ik heb de term "cos phi" nooit gebruikt, omdat die hier niet van toepassing is.
[Bericht gewijzigd door
SparkyGSX
op vrijdag 14 juni 2019 11:46:40
(30%)