De uitdrukking 'frequentiemodulatie' komt in het patent (octrooi) niet voor, en is ook door Idzerda niet gebruikt. Hij beschrijft alleen zijn 'nieuwe manier' van moduleren, en zegt wel dat door de weerstandsveranderingen van de koolmicrofoon, ook de afstemfrequentie van de roosterkring varieert.
Dat daarmee ook de uitgezonden frequentie verandert komt niet ter sprake; er werd van uitgegaan dat door de gewijzigde afstemming het uitgezonden vermogen werd gevarieerd.
In boeken en in de Wiki lees je dan wel over het 'FM-octrooi', maar dat woord is er dus later pas bij bedacht door de diverse schrijvers. Idzerda zelf dacht echt dat het een andere manier was om uiteindelijk AM te maken (waarbij het woord 'amplitudemodulatie' natuurlijk óók niet werd gebruikt - er bestond alleen 'modulatie' ).
Vandaar ook dat, als de luisteraars klaagden over de modulatie, het nooit duidelijk werd wat nu het probleem was.
Er was al wel opgemerkt dat je niet óp, maar iets náást het signaal moest afstemmen, maar Idzerda heeft nooit uitgelegd waarom dat zo was.
Die modulatiekwaliteit (deels door de onbegrepen FM, maar ook doordat alleen koolmicrofoons gebruikt konden worden, die niet zo'n mooi geluid gaven) was een probleem, want waar zijn uitzendingen in 1919 nog een nieuwtje waren, was er in 1923 nog niets verbeterd, wat de nodige klachten opleverde.
'Echte' FM, met bijbehorende FM-detector in de ontvanger, komt pas bij Armstrong ter sprake. In die octrooien wordt de term wél gebruikt en uitgelegd.
Ik noemde Idzerda 'technisch geen hoogvlieger', dat is eigenlijk onhandig uitgedrukt; ik moet eerder zeggen 'theoretisch geen hoogvlieger'. Hij maakte bijvoorbeeld wel een radiolamp, wat natuurlijk knap is, maar die werkte alleen als telegrafiedetector. Je kon er geen telefonie mee ontvangen. De lampen van Bal (eveneens Nederlands) waren beter, maar Idzerda was een betere handelsman.
Pas in de samenwerking met Philips werden er betere lampen gemaakt - lees: Philips nam de ontwikkeling over.