Hi Martin V
Natte vinger werkt!
Je doet de impedantie aan de emittor maal de hFE en die staat dan parralel aan de DC ingangsweerstand.
Als je de emittor ontkoppeld dan valt deze weerstand dus weg.
Maar de transistor heeft inwendig ook een weerstand die ongeveer 25/mA is, dus bij 1mA door de emittor is de RE ongeveer 25 Ω
Loopt er nu 5mA door de emittor dan is het dus 25/5 is 5Ω voor de emittor weerstand in de transistor.
En dat doe je dan maal de hFE van die transistor.
Dan kom je bij zeg een BC550C met een gemiddelde hFE van 500x bij de 5mA uit op 2K5.
Dan heb je dus nog de DC instelling, vaak met twee weerstanden die je ook nog moet verekenen.
Heb je feedback van de er na geschakelde transistoren naar de emittor van de eerste transitor dan is het weer anders.
Meten van de Ri
Een simpele methode om het te testen is om een toongenerator te gebruiken met een frequentie in het midden van het gebied waar de versterkertrap voor bedoeld is.
Sluit je scoop(1:10 prob heeft mijn voorkeur) of mV meter op de uitgang van de versterker aan (denk wel aan de belasting van de collector als deze niet gebuffert is)
Neem een signaal zodat je b.v. 1Vtt op de schoop ziet en zet een weerstand in serie met de generator uitgang.
Als je nog maar 0,5Vtt hebt, dan is de serie weerstand even groot als de ingangs impedantie van je versterker trap.
Het is ook heel zinnig om als je 50% van je uitgangsspanning hebt, eens over het hele frequentie bereik te sweepen.
Kan je mooi zien dat de ingangs impedantie niet vlak is over het hele gebied!
Wil je het precies weten, dan zal je toch in de boeken moeten gaan duiken, datasheets van de gebruikte transitoren doorspitten, ingangs en collector capaciteiten gaan meenemen enz, enz.
Groet,
Bram