Op 30 juli 2021 02:19:14 schreef maartenbakker:
Je kunt toch ook gewoon de afscherming afsnijden en de coax over 112,5 cm recht en vrij houden in plaats van 75cm terugslaan en 37,5 cm vrijhouden? En als hij langer is heb je toch geen kwartgolf meer?
[...] En de vraag blijft of het nuttig is om de afscherming binnenstebuiten te trekken.
Ik begrijp niet goed waar die 112,5 en 37,5 cm vandaan komen.
De simpele antenne die ik voorstel is qua werking gewoon een (verticale) dipool: ¼λ omhoog (gevormd door de binnenader), en ¼λ omlaag (gevormd door de teruggeslagen buitenmantel. De lengte van beide 'polen', dus zowel a-b als b-c, is dus 75cm (voor de FM-omroepband). Het plaatje hieronder is natuurlijk gekanteld, je moet het je rechtop voorstellen.
Op een dipool staat de hoogste spanning aan de beide uiteinden: dus aan het einde van de binnenader bovenaan (bij c), en aan het einde van de teruggeslagen mantel onderaan (bij a). Het is dan ook niét de bedoeling, die teruggeslagen buitenmantel strak tegen de eigenlijke kabel aan te houden. Beter is het, daar wat ruimte tussen te hebben. Heel nauw komt het niet, en gewoon losjes om het buitenplastic van de kabel laten vallen is voldoende in de meeste gevallen. Maar je moet de onderste 'pool' dus echt als een stralend onderdeel van de antenne zien.
code:
75cm
--------------------+
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx|
-----------------------------------+ 75cm 75cm 75cm
======================================================== --------------------O====================
-----------------------------------+
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx| overeenkomstige dipool
--------------------+ (voeding bij de 'O')
a b c
--- mantelvlechtwerk
=== binnenader met isolatie
xxx buitenplastic van de kabel
De voeding gebeurt, wat de dipoolwerking betreft, effectief op de plaats waar je de terugvouw hebt gemaakt; in het midden van de dipool dus (bij b). De impedantie is daar laag, en past prima aan op de kabelimpedantie.
--
Wat 'stralende kabel', 'mantelstromen', of 'golven op de buitenmantel van de kabel' betreft, dat loopt wel los. Een golf die over de buitenkant van de kabel zou willen lopen, ziet een heel hoge impedantie op het punt waar hij het uiteinde van de teruggeslagen mantel tegenkomt (bij a). Voor een mantelgolf is het onderste gedeelte van de antenne, buitenmantel plus teruggevouwen dipoolhelft, zélf weer een 'dikke coax'. De constructie werkt daar als 'bazooka' mantelstroomisolator: de kortsluiting bij b betekent een hoge impedantie bij a.
(Ten overvloede, de - gewenste - 'binnengolf' heeft daarvan dus geen last. Het gaat alleen om de effecten rond eventuele stroom aan de buitenkant van de kabel.)
Toch is er, al naar de kabellengte, nog een klein risico op mantelstroom. Als dat belangrijk genoeg is, wordt bij dit type antenne (er bestaan ook 'echte' uitvoeringen van) weleens een tweede bazooka of een kwartgolf 'kegel' rond de kabel gemonteerd, weer een kwartgolf lager.
De 'Ringo', en later ook de 'Ringo Ranger' (later overgenomen door Cushcraft), waren optioneel met zulke kegels uitgerust. Hun stralingspatroon heette daardoor vrij schoon te zijn; de kabel was praktisch 'koud' aan de buitenkant.
Maar dan hebben we het inmiddels al over zenders. Voor deze thread is het onbelangrijk.
De ringkernspoel in de 'slappe Arnold' beoogt dáár hetzelfde, maar is bij ons dus niet nodig.
--
Die 75cm is natuurlijk een kwartgolf voor 100 MHz 'in vacuum' (of lucht). Voor antennes gelden verkortingsfactoren; daarom is ook uitgegaan van een wat hogere frequentie dan het midden van de FM-band.
Zou je het helemaal precies nagaan, dan is de factor verschillend voor de teruggeslagen mantel dan voor de binnenader.
Dit is voor ons doel allemaal totaal onbelangrijk (alleen al omdat de FM-band maar liefst ruim 20 MHz breed is).
Ik vermeld het alleen omdat ik anders ongetwijfeld weer op de vingers wordt getikt. 