Volgens de Nederlandse norm (NEN1010) moet je selectief zijn.
Wil je in je schuur 16 A dan moet je in huis al 25A hebben, en je hoofdaansluitng 35 A zijn.
Dat is vaak niet realistisch......
Voor je zelf hoef je je niet aan de genoemde norm te houden.
Maar enige vorm van selectiviteit is wel wenselijk.
Het is natuurlijk erg vervelend als je bij een sluiting in je schuur naar je woonhuis moet, vooral als het dan nog een keer donker is.
In je schuur heb je volgens je opgave minimaal 16 Amp nodig.
Dan kun je in je woonhuis bv 20 A zetten.
Dan heb je nog een beetje selectiviteit.
Door bv in je woonhuis een C karakteristiek te nemen en in je schuur een B maak je het nog iets beter.
Dus in je schuur B16, en in je woonhuis C20 amp.
Bij voldoende zware hoofdzekering (35 A of meer) kun je voor je schuur een 25 A zetten
Daarbij ben je er nog niet.
Het is al eerder aangehaald.
Je aarding moet afgestemd zijn aan je beveiliging.
Bi een 20 of 25 A beveiliging (naar je schuur) hoort een lagere aardingsweerstand.
Of dat allemaal goed is, en/of kan moet je eerst bepalen.
Heb je bv een TN stelsel dan is je aardingsweerstand (aardverspreidingsweeerstand officeel) altijd goed. Bij een TT stelsel met veiligheidsaarding vaak niet.
Met een hulpaarding en aardlekschakelaars moet je voor je schuur ook in je woonhuis een aardlekschakelaar hebben.
Om dan weer selectief te zijn op je schuur kan (lees moet volgens de NEN1010) je een selectieve aardlek in je woonhuis plaatsen. De selectieve aardlek is normaal 300 mA
In je schuur zlet je voor je groepen dan een “normale” aardlek van 30 mA.
Zo zou het moeten volgens de geldende inzichten.
Als het voor je zelf is, dan mag je van de voorschriften afwijken.
Maar denk wel dat je de veiligheid van jezelf en mede huisgenoten op het spel zet!!