Ondertussen antwoord gekregen op de vraag waarom Vinçotte enkel naar driefasige toestellen refereren in hun brochure, dit in tegenstelling tot het AREI.
Beste, ik had een vraagje betreffende het AREI en uw brochure huishoudelijk installaties op uw website.
Tekst uit uw brochure:
Ten minste één differentieelstroominrichting moet aan het begin van de installatie geplaatst worden:
* maximale gevoeligheid van 300 mA (ΔIn)
* minimale nominale stroom van 40 A (In) en aangepast aan de aansluitvermogenschakelaar
* kortsluitvastheid van minimaal 3 kA / 22,5k A²s
* Type A (gevoelig voor gepulseerde gelijkstroom): als de installatie is uitgerust met een driefasig toestel met een elektronische omvormer (oplaadterminal voor elektrische auto’ s, lift, enz.) moet deze ontvanger worden beschermd door een type B-differentieel (gevoelig voor gelijkstroom zonder rimpel ). Vinçotte raadt aan de differentieel aan het begin van de installatie te vervangen door het type B-differentieel met een nominale
Tekst uit het nieuwe AREI: Onderafdeling 5.3.5.3.
Differentieelstroominrichtingen:
a. Keuze van de toestellen De differentieelstroominrichtingen moeten gekozen en geplaatst worden overeenkomstig de schikkingen van dit Boek. Zij moeten weerstaan aan een kortsluitstroom die overeenstemt met het kortsluitvermogen op de plaats waar ze geïnstalleerd zijn. De differentieelstroominrichtingen die worden geplaatst in elektrische installaties van huishoudelijke ruimten moeten ten minste van het type A zijn; deze geplaatst aan het begin van de installatie moet een nominale stroomsterkte hebben van ten minste 40 A.
In elektrische installaties van huishoudelijke ruimten is het verboden een differentieelstroominrichting van het type A stroomopwaarts te plaatsen van een of meerdere differentieelstroominrichtingen die een beschermingsfunctie heeft tegen de fouten met een totale gelijkstroomcomponent van meer dan 6 mA.
Mijn vraag: waarom hebben jullie het enkel over een 3 fasig toestel wat de beveiliging van een Type B betreft terwijl daar in het AREI geen sprake van is? Wat met 2 fasige toestellen ? Met vriendelijke groeten
antwoord:
Beste,
Vooreerst het is de fabrikant van de verbruiker die bepaald welke type differentieelstroomschakelaar moet geplaatst worden stroomopwaarts, zowel bij driefasige als monofasige verbruikers.
Daarnaast is het zo dat een differentieelstroominrichting type A verstoord wordt (gedemagnitiseerd door DC componente). Vanaf ΔIdc >6 mA moeten er maatregelen genomen worden type B of een gelijkstroomdetectietoestel te plaatsen die zorgt dat deze Δ Idc niet grote wordt dan 6 mA.
Het is vooral bij driefasige toestellen dat de gelijkstroomcomponente belangrijker impact heeft dan bij monofasige toestellen daar de bijdrage van ΔIdc beperkter is bij deze laatste groep toestellen.
MVG
De vraag of het toegelaten is om de type B diff // te plaatsen aan de hoofddiff ga ik in de loop van volgende week eens vragen, ik wil nu ook niet de moeilijke klant zijn...