Bij het oversturen van ontvangers kun je de meest fantastische 'storingen' krijgen, die niét de schuld van de zender zijn.
Ook het 'over de hele band horen' van een zender kan het gevolg zijn. Voorbeeld:
Als ik op het Lauraplein sta, zie ik de antenne van de lokale omroep, die met 50 W uit vier gestackte dipooltjes zendt. Hun zendfrequentie is 107,4 MHz, en als ik mijn portable op die frequentie draai, hoor ik de uitzending.
Echter ook als ik de radio afstem op:
102.050, 100.267, 99.375, 98.840... ; en ook op 86.000, 91.350, 93.133, 94.025, 94.560...
Ik hoor de zender niet letterlijk 'over de hele band', maar het lijkt er toch veel op.
(De formule is hier: 107.4 − 10.7 − 10.7/m voor de eerste reeks, en 107.4 − 10.7 + 10.7/m voor de tweede ('spiegel'-)reeks.
Hierin is 'm' het ranggetal van de harmonische van ontvanger-oscillator (VFO) en zender. Ik liet hem hier tot 5 lopen, maar bij flink harde signalen kan dat nog weleens verder moeten.
De harmonischen van de zendfrequentie worden hier ook gewoon in de ontvanger-ingangstrap opgewekt.)
--
Iets anders, wél in de zender te zoeken:
Wat bij piraatjes nog wel eens voorkomt, is dat ze in de eindtrap wel keurig smoorspoeltjes gebruiken, maar dan zo dom zijn om voor zowel de basis- als voor de collectorleiding hetzelfde type smoorspoeltje te nemen, dus met elektrisch gelijke eigenschappen (zelfinductie en parasitaire capaciteit). Daarbij komt dat die zelfinductie vaak sowieso te hoog gekozen wordt.
Het gevaar ligt dan op de loer dat de eindtrap zélf aan het oscilleren gaat op enkele tientallen of honderden kHz. De eindtransistor heeft op die lagere frequenties immers veel meer versterking dan op de werkfrequentie, en het is dus zó gebeurd!
(Voor de fijnproevers: het wordt dan een TPTG-oscillator.)
Het resultaat is dan: een FM-gemoduleerde draaggolf die daarna nog eens met een gemene puls van enkele 10 of 100 kHz gemoduleerd wordt: ook nu is de zender over de hele band hoorbaar, en nu letterlijk.
En nu is het wél de schuld van de zender.
Als de oscillatiefrequentie wat hoger is (MF), is dit de normale manier waarop een zendertje op de FM-band stabiel lijkt, maar hij toch langzaam (naarmate de MF-oscillatie verloopt) door o.a. de vliegtuigband wandelt.
Het grappige is, dat élk amateur-handboek uitdrukkelijk waarschuwt tegen dit gevaar, en dus aanraadt om 1) verschillende, en 2) niet te grote smoorspoeltjes te gebruiken. Hadden die piraten dit nu ook maar gelezen.