Ik had dat gesimuleerd daarom merkte ik die 2x versterking op, hoe zie dat nu dat deze perfect 2x versterkt. Is er een formule dan voor?
Ik had dat gesimuleerd daarom merkte ik die 2x versterking op, hoe zie dat nu dat deze perfect 2x versterkt. Is er een formule dan voor?
Ja, natuurlijk is er een formule voor, ik heb alleen geen zin om m af te leiden. Ik neem aan dat iemand als FET dat wel zo uit zn bolle kopje weet.
Nee, daar is geen formule voor, alles gewoon door rekenen aan het schema op de vorige bladzijde. Laat voor de versterking die 100 pF nog weg, dan heb je alleen een schema over met een paar weerstanden en bronnen, en die zijn relatief snel door te rekenen.
Silicon Member
Op 15 juni 2006 11:44:49 schreef Chiller:
Ik had dat gesimuleerd daarom merkte ik die 2x versterking op, hoe zie dat nu dat deze perfect 2x versterkt. Is er een formule dan voor?
daar dienen simulatieprogramma's voor. inpluggen en trolt eruit
daarvoor zijn dergelijke programmas nuttig.
trouwens das maar een knudde circuitje hoor ... als dat achter een ideo dac hangt .... high definition zalt wel niet zijn
Honourable Member
Op 15 juni 2006 12:10:58 schreef zweetvoetje:
Ja, natuurlijk is er een formule voor, ik heb alleen geen zin om m af te leiden. Ik neem aan dat iemand als FET dat wel zo uit zn bolle kopje weet.
Da moet je nooit tegen me zeggen natuurlijk, zoiets..
We stellen de maasvergelijkingen op.
Noem de ingangsspanning Ui; de spanning over de 1e tor U1; over de 2e tor U2. De twee uitgangsweerstanden heb ik even samen genomen als R10. De maasstromen lopen alle rechtsom. Daar gaan we:
code:
Ui = I1·(Rb1 + R5) - I4·R5
0 = I2·(R12 + Rb2 + R7) - I3·Rb2 - I5·R7
-U1 + U2 = I3·(Rb2 + R13) - I2·Rb2 - I4·R13
0 = I4·(R5 + R13 + R10) - I1·R5 - I3·R13 - I5·R10
-U2 = I5·(R7 + R10) - I2·R7 - I4·R10
Noem nu de stroomversterkingen van de torren B1 en B2:
code:
I3 = - B1·I1
I5 = - B2·(I2 - I3)
Dit substitueren we in de maasvergelijkingen en lossen deze op (D is gewoon de benodigde noemer; anders werd het zo lastig opschrijven):
code:
D = B1·R5·(B2·(R10·(R12 + R7) + R13·R7) + R13·(R12 + R7 + Rb2))
+ (B2·R7 + R12 + R7 + Rb2)·(R10·(R5 + Rb1) + R13·(R5 + Rb1) + R5·Rb1)
I1·D = Ui·(R10 + R13 + R5)·(B2·R7 + R12 + R7 + Rb2)
I2·D = B1·Ui·(R10 + R13 + R5)·(B2·R7 + Rb2)
I4·D = Ui·(B1·(B2·(R10·(R12 + R7) + R13·R7) + R13·(R12 + R7 + Rb2))
- B2·R5·R7 - R5·(R12 + R7 + Rb2))
De versterking is de uitgangsspanning gedeeld door de ingangsspanning, dus
code:
(I4 - I5)·R10
---------------
Ui
Met alle weerstandswaarden ingevuld, komt er uit de versterking dit:
code:
55·(B1·(3494·B2 - 2781) + 2·(47·B2 + 927))
G(B1, B2) = -----------------------------------------------
2·(33·B1·(1384·B2 + 3399) + 1576·(47·B2 + 927))
Een paar voorbeelden voor de versterking bij verschillende beta's:
code:
G( 35, 35) = 1.801
G(100, 100) = 1.999 G(200, 100) = 2.018
G(100, 200) = 2.034 G(200, 200) = 2.052
Je ziet dat de versterking gewoon bijna altijd redelijk precies 2,0 is.
Honourable Member
Ha, nee, hoewel ik tegenwoordig wel eens instructie geef. Maar daar kan ik dit niet kwijt.
Dit moest ik in m'n 1e jaar leren bij ir. Buijze in zijn college "Elektrische Netwerken". Maar eerlijk gezegd waren de voorbeelden toen wel kleiner
Tegenwoordig gebruik ik natuurlijk de computer om die vergelijkingen op te lossen.