Nee, ik bedoelde ook niet draaien, maar 'er omheen draaien', kortom circumnavigeren..
Nu heet ik toch al sinds 1985 geen Hayward meer, maar het blijft lastig.
Het verschil tussen de uitwerking van HF antennes en hoogspanningsleidingen is de afstand tot de bron, uitgedrukt in golflengten. Een gradueel verschil zou je zeggen, maar het maakt toch uit.
Als je 'veel' golflengten (vanaf één, ongeveer) van een bron af zit, dan zit je in het 'verre veld'. E en H veld staan dan loodrecht op elkaar, hebben een vaste verhouding, en zijn in fase; hun product vertegenwoordigt echt vermogen, dus reële W/m2.
Dit is meestal die situatie wanneer het over hoogfrequent en antennes gaat.
Zit je dichtbij een bron (veel dichterbij dan een golflengte), dan zit je in het 'quasistationaire veld'. E en H zijn grotendeels onafhankelijk van elkaar, kunnen dus iedere verhouding hebben - alleen afhankelijk van het 'apparaat' -, en ze hoeven niet in fase te zijn. Hun product vertegenwoordigt géén echt vermogen, tenzij je corrigeert met een factor die je kunt vergelijken met de COS phi uit de sterkstroom.
Dit is de situatie in de omgeving van bijvoorbeeld hoogspanningsleidingen.
Eén nadeel is al, dat mensen die zomaar zelf een beetje gaan lopen meten, tot gruwelijke aanames komen over het 'afgestraalde vermogen' (meestal nog 'energie' genoemd). Maar dat vermogen is niet reëel.
Als dat wel zo was, zou een elektrisch opgeladen permanente magneet een perpetuum mobile zijn: hij heeft continu een magnetisch en een elektrisch veld om zich heen en 'straalt' dus gestaag.
(Dit argument illustreert ook het failliet van de CFA antenne theorie, maar dat terzijde.)