Op 3 juni 2012 21:44:07 schreef Tidak Ada:
Het ging mij over het al dan niet ioniserend zijn van straling en het verband daarvan met kanker en andere "vreeschelijke kwalen".
Daarom kwam ik ook op andere oorzaken. sdk Legt een direct verband tussen het al dan niet ioniserend zijn van het agens en het krijgen van kanker; dát is wat ik bestrijd, weliswaar met achteraf wat ver gezochte voorbeelden.
Sorry voor de kick, maar ik las het topic nog eens door en zag eigenlijk geen antwoord op dit deel van je vraag.
EM golven zijn niet continue, maar bestaan uit pakketjes energie.
Toch kunnen wij het vermogen van een zender continue regelen en zie je met geen enkel meetinstrument die pakketjes.Elk elektron van de stroom die door de antenne vloeit geeft zijn energie af onder vorm van zo'n quantum. Maar omdat er miljarden elektronen door de antenne vloeien, kun je de afzonderlijke quanta niet waarnemen.
Elke Watt hf energie bestaat uit miljarden quanta van onmeetbaar lage energie die samen de EM golf maken.Bij lage frequenties krijg je dus een golfkarakter.
Hoe hoger de energiesprong van een elektron, hoe korter de golflengte van het quantum en uiteraard hoe hoger de energieinhoud.
Bij processsen in molecuelen is de energiesprong dermate dat uiterst korte golflengtes geproduceerd worden van 1 micron en minder. Dat noemen we licht. Doordat hetzelfde vermogen uitgestraald wordt met veel minder fotonen en de korte golflengte, lijken de fotonen fysisch van elkaar gescheiden, kunnen afzonderlijk gedetecteerd worden en in plaats van op een vloeistof lijken ze op een hagelbui. Dus naarmate de golflengte korter wordt komt het deeltjeskarakter meer tot uiting.
Nu komt het fotoelektrisch effect ter sprake. Fotonen kunnen in bepaalde stoffen elektronen vrijmaken uit hun verbindingen. Daarbij is het niet van belang hoeveel fotonen er zijn, maar de fotonenergie bepaald of het effect plaatsvindt of niet. Dus als ik je bekogel met pingpongballen, kan ik je niet kwetsen, ook niet als ik er honderd of meer werp. Maar 1 welgemikt schot met een klein kogeltje .22 kan je direct doden.
Onze lichaamscellen bestaan voor een deel uit DNA. DNA is een eiwitachtige molecule, waarop de genetische code van de cel is geprogrammeerd door middel van vier basen, de nucleobasen adenine, cytosine, thymine en guanine. Het DNA vormt een dubbele spiraal met langs weerszijden de ketens die de eigenschappen bepalen. beide spiralen zijn complementair. Het geheel noemen we chromosoom.
Slechts een gedeelte van het chromosoom bevat de erfelijke eigenschappen. Een groot gedeelte bevat ook de processen en de regularisatie van de celdeling.
Als die chromosomen beschadigd worden, kan ofwel de cel kapot gaan, ofwel kunnen de erfelijke eigenschappen veranderen, wat meestal niet levensvatbaar is, maar soms in een mutatie uitmondt. Als echter het regelmechanisme beschadigd raakt, kan ongeremde celdeling het gevolg zijn. Daarvoor zijn we het meest bang.
Maar daarvoor is het nodig dat het Chromosoom geraakt wordt door deeltjes of fotonen die voldoende energie hebben om elektronen uit eiwitachtige moleculen te slaan. Geen enkele EM straling met een golflengte groter dan UVlicht is daartoe in staat. Radiogolven dringen gewoon tot enkele cm het weefsel in en worden daar integraal in warmte omgezet.
Bij kernreacties waarmee veel grotere energieen gemoeid zijn, worden zowel deeltjes als EM straling gegenereerd die daar wel toe in staat zijn.
Met de huidige kennis, kunnen we stellen dat radio golven onmogelijk kankerverwekkend kunnen zijn. En dat moet toch geruststellend zijn.
Dat men EM golven toch onder mogelijk kankerverwekkend plaatst, is omdat niemand het risico durft te nemen om dit expliciet uit te sluiten.
Bij de geringe veldsterkten waaraan het publiek blootstaat, is ook de opwarming te verwaarlozen. En we zijn tenslotte warmbloedig, wat wil zeggen dat ons lichaam tot op zekere hoogte temperatuurverschillen gewoon wegregelt.
Tot welke waanzin dergelijke ongefundeerde paniekzaaierij kan leiden:
In Zweden is elektro-sensibiliteit een erkende ziekte, terwijl nog nooit iemand heeft kunnen vaststellen of het wel bestaat.