Op 24 november 2021 21:36:34 schreef Schimanski:Als eerste wil ik aangeven dat ik het knap van je vindt dat je zulke persoonlijke informatie met ons deelt. Je verhaal gelezen hebbende denk ik dat het vooral de onzekerheid (kan ik dat wel) in combinatie met faalangst is die je aan het twijfelen brengt.
Elke nieuwe stap is een uitdaging, maar als je hem niet zet kom je nooit vooruit... Met goede begeleiding (mensen met geduld) denk ik dat het wel goed komt en dat je dan achteraf blij bent de stap gezet te hebben.
Ik zou je twijfels vooral bespreken met je begeleider en UWV, je kunt dan ook aangeven dat je het erg leuk zou vinden binnen de KM te kunnen werken. Juist het UWV moet, als beoordelende instantie, kunnen uitzoeken of er mogelijkheden voor een beschutte werkomgeving binnen de KM zijn.
Over onzekerheid en faalangst gesproken, dat is het gevolg van nare ervaringen in het verleden op werkgebied waarbij ik te hoog werd ingeschat door leidinggevenden en collega's en waarbij ik werk moest doen waarin geen duidelijke structuur in zat.
In het stagejaar van de MTS (1994-1995) moest ik testwerkzaamheden uitvoeren op een stagebedrijf, werkzaamheden die mij niet lukten. Het doel van de stage was om ervaring op te doen in het testen van prototype printplaten. Het bedrijf was een klein bedrijf dat capillaire elektroforeseapparatuur maakte om stoffen op hun chemische samenstelling te onderzoeken. Tijdens die stageperiode moest ik een prototype printplaat van een voedings- en schakelprint van zo’n apparaat van componenten voorzien en testen of het goed functioneerde. Het testen van de printplaten vond ik moeilijk, er waren een aantal fouten die ik niet op kon lossen. Ik wist niet waardoor de fouten veroorzaakt werden, ik had namelijk totaal geen inzicht in deze materie en deze werkzaamheden waren mij ook te hoog gegrepen.
Verder werd ik bijv. op een afdeling van het WSW-bedrijf vanwege mijn MTS-diploma te hoog ingeschat.
In januari 1996 begon mijn loopbaan bij een WSW-bedrijf op de machinale houtafdeling. Het doel was om de CNC-machines op de afdeling te leren programmeren, ik zou dan later meer mogelijkheden hebben op het vrije bedrijf, dacht men. Op de houtafdeling stond ik achter twee CNC-freesmachines. Op de afdeling, vooral bij die machines was er een hoge werkdruk en werd ik erg onrustig. De afdelingschef van deze afdeling beloofde mij dat ik die machines zou programmeren, wat achteraf niet door ging en ook veel te hoog voor mij gegrepen was. Hij dacht: “Daniël Mast heeft MTS gedaan, dus kan hij die CNC-machines wel programmeren. Hij had mij veel te hoog ingeschat en hij wist niet dat ik autisme had met het syndroom van Asperger.
In 1999-2000 werkte ik op een leer- werkbedrijf van de gemeente. Mijn werkleider (afdelingschef) die veel verstand van autisme had, zei dat ik op mijn werk vanwege mijn MTS-diploma niet te hoog ingeschat moest worden. Hij zei dat mijn opleiding niets zegt over mijn werkvloervaardigheden (competenties).
In 2016 kreeg ik als Wajong'er van het UWV geen arbeidsvermogen toegekend, reden daarvan was de WSW-ondergrensindicatie (vermeld in de startpost). Dat betekent dat ik geen recht heb op werkondersteuning door het UWV en ik ook niet hoef te re-integreren. Op "Kan ik hulp bij werk krijgen als ik geen arbeidsvermogen heb?" daarover het volgende:
U kunt alleen begeleiding krijgen van een arbeidsdeskundige of adviseur werk, als 1 van de volgende situaties voor u geldt:
U werkt al.
U krijgt al hulp bij werk van UWV.
U heeft al een voorziening voor werk.
U zit in een traject Individuele Plaatsing en Steun (IPS).
En om bij de Koninklijke Marine te werken, hoe graag ik dat wel zou willen, is echt niet voor mij weggelegd. Want dat is een macho-omgeving waar collega's werken die keihard zijn, geen empathisch vermogen hebben en ook niet het geduld hebben om mij te begeleiden. Bovendien is de werkdruk daar erg hoog.
Randvoorwaarden werk:
Vanwege mijn autisme heb ik behoefte aan een werkplek waarin rekening gehouden wordt met de volgende randvoorwaarden aan de hand van werkervaring die ik in de loop der jaren heb opgedaan:
- Ik heb behoefte aan werk waar een duidelijke structuur in zit. Structuur in de zin van wat er van mij verwacht wordt en hoe ik mijn taken moet doen. Ook bij voorkeur vaste begin-, collectieve pauze- en eindtijden (dagvenster). Dat wil niet zeggen dat ik alleen maar zeer eenvoudig productiewerk kan doen onder mijn niveau, het mag ook werk zijn dat bij mijn interesses past, zoals CAD-tekenen, tekstverwerken, hand-en-spandiensten, schoonmaak- en facilitair werk en sjouwwerk in een magazijn;
- Ik heb behoefte aan duidelijke en begripvolle begeleiding en aandacht van werkleiding die mij opvangt en begeleidt als ik ergens mee zit. Ik moet op hen terug kunnen vallen als er iets is, waar ik mee zit. Ook sturing is voor mij belangrijk, om te voorkomen dat ik over mijn grenzen ga;
- Ik heb een behoefte aan een rustige, een overzichtelijke en een prikkelarme werkplek met weinig collega’s om mij heen en weinig storende geluiden. Ik moet absoluut niet op een grotere, lawaaiige, onoverzichtelijke werkplek gaan werken met veel collega’s om mij heen, want dan krijg ik teveel prikkels binnen en word ik overspannen. Bovendien heeft de werkleiding op een grote werkplek minder tijd en aandacht voor begeleiding van mij, omdat de werkleiding ook al die andere collega’s moet begeleiden. Mocht ik onverhoopt toch op een lawaaierige plek komen, dan graag een afzonderlijke ruimte;
- Ook luide muziek verdraag ik niet, bij routinematige werkzaamheden vind ik het wel prettig om muziek zachtjes op de achtergrond aan te hebben;
- Ik moet niet op een werkplek werken waar mensen werken die een grote mond en vieze praatjes of verslavings- en/of gedragsproblemen hebben, zulke mensen kunnen mij vanwege mijn autisme gaan pesten. Ik ben dan door mijn autisme bij zulke collega’s het pispaaltje. Ik kan daar niet mee omgaan, ook kon ik dat niet in het verleden. Verder moet ik geen collega’s om mij heen hebben die zich vervelend en kinderachtig gedragen, zoals met materiaal gooien, vervelend zeuren, anderen pesten, enz. Ik heb behoefte aan collega’s die respect voor elkaar hebben, elkaar in hun waarde laten, ook serieus met hun werk bezig zijn en fatsoenlijk taalgebruik hebben;
- Geen werkplek met verstandelijk gehandicapten, uit ervaring is gebleken dat ik niet goed met deze mensen kan omgaan. Ik heb behoefte aan een werkplek met collega’s op hetzelfde niveau als ik;
- Ik vind het belangrijk dat op de afdeling waar ik werk een goede sfeer is tussen de collega’s en de werkleiding en dat collega's elkaar respecteren;
- De werkdruk mag niet te hoog zijn, ik vind het belangrijk dat ik mijn werkzaamheden op eigen tempo naar vermogen kan doen, zonder dat de werkleiding mij opjaagt om nog meer te produceren of om een bepaalde order op tijd af te krijgen. Kom ik onder druk te staan, dan word ik onrustig en gespannen;
- Facilitaire zaken, zoals hygiëne, koffie, enz. moeten goed geregeld zijn, of worden;
- Kortom, het is van groot belang dat ik op een goede werkplek terechtkom. Kom ik op een werkplek die voor mij niet goed is, dan is dat funest voor mijn psychische gezondheid en kan ik binnen een paar weken al overspannen raken en in een depressie terechtkomen.