Op 14 maart 2018 15:31:14 schreef Elect03:
Dus je begint van 220 (..)
In NL al heel lang 230V.
en ik heb nog een vraag weet iemand hoe het net komt dat geschakelde voedingen veel kleiner van volume zijn maar toch evenveel vermogen hebben
Kort gezegd: hoe sneller voltage / stroom / elektromagnetisch veld veranderen, hoe meer vermogen er overgedragen kan worden tussen de windingen. Volgens Wikipedia:
The EMF of a transformer at a given flux increases with frequency. By operating at higher frequencies, transformers can be physically more compact because a given core is able to transfer more power without reaching saturation and fewer turns are needed to achieve the same impedance.
Een manier om de werking te begrijpen, is het primaire deel (+ feedback v/d secundaire kant) te beschouwen als een vermogensregeling. Per cyclus hevelt het primaire circuit een 'afgepast brokje' energie over naar de secundaire kant. Hoe meer van die 'brokjes' energie per seconde overgeheveld worden (=vermogen, W), hoe meer stroom er bij een bepaalde (ongeveer constante) spanning aan de secundaire kant in stand gehouden kan worden.
Feedback van secundair -> primair zegt zoveel als "doe mij nog zo'n hapje", of "meer/minder van die hapjes per seconde aub".
Let wel dat maximale spanningen per winding aan de secundaire kant nog steeds begrensd worden door de verhoudingen van aantal windingen (zoals bij een klassieke 50/60 Hz trafo). Daarbinnen bepaalt het secundaire secundaire circuit vooral hoe het overgehevelde vermogen verdeeld wordt over verschillende uitgangen. Voor sommige windingen kan dat zijn: gelijkrichten, klaar. Of: gelijkrichten, en dan een lineaire spanningsregelaar erachter. Voor andere windingen kan dat zijn: gelijkrichten, vergelijken met referentie spanning, en feedback terugsturen naar primaire kant. Meestal gaat die feedback uit van de uitgang die (naar verwachting) het zwaarst belast wordt. In een enkel geval kan zo'n feedback een soort gewogen gemiddelde van verschillende uitgangen zijn. Er zijn zelfs geschakelde voedingen waarbij helemaal geen feedback secundair -> primair aanwezig is, maar alles aan primaire kant geregeld wordt.
Ik denk dat die zener diode (D1117) niet zoveel doet hier - er zit geen circuit omheen wat iets doet afhankelijk van of die zener geleid of niet. Vermoed eerder dat die zener wat 'rafels' van de betreffende uitgang gladstrijkt.
Interessanter vindt ik persoonlijk het circuit rond Q1105 en Q1106. Voor de aardigheid: kijk eens wat er met "REG 12.3V" uitgang gebeurt als je Q1105 en C1127 weg zou laten. Op welke manier 'corrigeren' R1118, R1119 en Q1105 dat gedrag?
P.S. ik mag hopen dat je datasheets voor IC1101 (TL431) en IC1102 (TDA4605) bij de hand hebt? De eerste kun je rustig een klassieker noemen, en kom je in heel veel schakelingen (vooral voedingen ) tegen.
Op 14 maart 2018 16:02:00 schreef electron920:
Ten tweede de efficiëntie van de voeding is veel groter wordt minder warm en dit levert ook weer kleinere dimensies op.
Wacht even! Efficiëntie staat in principe los van het vermogen/volume verhaal. Een simpele 50/60 Hz trafo (of complete voeding) kan ook zeer efficiënt werken. Het komt op de details & implementatie aan.
Maar aan bijna alles zit een keerzijde door de hoge frequentie welke de schakelaar stuurt levert de voeding een rommelige uitgangsspanning welke in de meeste gevallen gefilterd moet worden.
Mijns inziens hebben schakelende voedingen veel nadelen. MAAR... de moderne techniek biedt meer 'handvaten' om de problemen daarmee aan te pakken dan de nadelen van 50/60 Hz trafo gebaseerde voedingen. Zodat het eindproduct van een schakelvoeding op bijv. 50..100 kHz (of hoger) meestal toch kleiner, goedkoper, efficiënter etc is.