Kennelijk had een originele programmeur "ON = 1" en "OFF = 0" als "handige woordjes voor getallen" in het programma gezet. Voor dingen als LED=13 en dan: "digitalWrite (LED, ON);" is zoiets handig. Als daar digitalWrite (13,1); had gestaan kost het meer moeite om te bedenken dat de LED daar ON gezet wordt.
Moderne compiler gebruikt intern de woorden "ON" en "OFF" dus die mogen niet. meer. Als jij dan alle "ON" door "AAN" vervangt en "OFF" wordt "UIT" dan werkt het weer.
Maar als je dan HOOG=0 en LAAG=1 gaat schrijven dan breng je heel snel mensen in verwarring. Het klassieke voorbeeld is van een programmeur die een paar weken later z'n eigen code weer moet herkennen. In dit geval heb ik bewijs dat de programmeur (jij) twee dagen later al in verwarring bent. Jij schrijft:
Op 14 oktober 2018 16:05:47 schreef Bertjebuk:
ON,AAN,HOOG. dit is toch allemaal logisch 1.
terwijl in de code HOOG=0 staat.
Met het "SYMBOL <woordje> = <getal>" zeg je tegen de compiler: Ik wil <woordje> schrijven waar ik <getal> bedoel. Behalve dan dat <woordje> geen woord mag zijn wat de compiler zelf al gebruikt, maakt het hem geen donder uit wat het woordje of het getal is. Compiler denkt: "Mij best, voortaan waar jij <woordje> schrijft lees ik <getal>". Als jij schrijft "SYMBOL PI = 1.41421356237309504880" dan leest ie gewoon 1.41... als jij PI schrijft. Maar gebruik je rare woorden en getallen dan kan je verwarring krijgen. Als je even later "omtrek := straal * 2 * PI;" doet, dan rekent ie gewoon 2.28*straal uit en dat is bij lange na niet de omtrek van je cirkel.