Hoi allen,
Ik ben nieuw op dit forum en ik heb een vraag over een schoolvak elektromagnetisme. Nu is dit voor mij allemaal nieuwe stof en dat maakt het lastig om snel te begrijpen wat de bedoeling is. Ik doe mijn best maar ik merk dat ik hulp nodig heb. Ik ben dus een beginner. Er staat op het forum al een topic over de inductie van een spoel meten, maar mijn vraag is specifieker.
Ik moest zelf een proef bedenken waarbij ik de inductie van een spoel meet met een functiegenerator en een oscilloscoop. De schakeling ziet er als volgt uit (zie toegevoegde afbeelding). Ik heb een fasordiagram getekend met de spanning van de spoel, de weerstand en de bronspanning. En ook met de stroom, die een gelijke richting heeft als de spanning van de weerstand. Ik moet bij de proef zoeken naar de frequentie waarbij de spanning over de weerstand de helft is van de bronspanning. Dus waarbij je 1/2 van de bronspanning meet. Ik heb deze formule gekregen voor de spoel: L = (R * wortel 3) / (2 * pi * f). Ik gebruik een weerstandje van 100 Ohm. De vergelijking voor de spoel wordt dan: L = (wortel3 * 100 Ohm)/ (2 * pi * f). En de frequentie f (in Hz) kun je aflezen van de oscilloscoop. Ik kom uit op een frequentie van ongeveer 28 kHz. Bij deze frequentie is de bronspanning twee keer zo groot als de spanning over de weerstand.
Maar nu wil ik het volgende doen en daar heb ik jullie hulp bij nodig. Ik wil nu de spanning over de spoel meten (i.p.v. over de weerstand). Dat betekent dat mijn wiskundige afleiding anders moet worden. Daar kom ik niet echt uit. Wat ik me af vraag:
- moet ik bij deze proef ook de helft van de bronspanning meten met de oscilloscoop?
- geldt nu dezelfde formule voor de spoel L?
Ik weet dat geldt:
Ubron = √Ur2 + UL 2
spoel UL= I * XL
XL = 2 * pi * f * L
Als ik het goed begrepen heb staat UR in een hoek van 90° ten opzichte van UL (in het fasordiagram).
Als jullie mij verder kunnen helpen ben ik heel dankbaar. Alvast hartelijk dank voor de moeite.