Op 7 februari 2019 11:42:24 schreef fatbeard:
Dat een fabrikant garandeert dat de doelwaarde en -tolerantie van een condensator gehaald wordt is niet meer dan logisch.
Ja, als het een condensatorfabrikant betreft, maar niet als het een PCB-fabrikant betreft. Of begrijp ik je opmerking hier niet goed? Ik krijg ook weleens vragen over de toleranties van PCBs in relatie tot transmissielijnen, maar de grootheden waarin die toleranties worden uitgedrukt correleren nu niet lineair met de grootheden die voor een gebruiker relevant zijn (zoals pF of Ω). Sommige relevante grootheden worden überhaupt niet getest in productie. Zo wordt wel een min/max gegeven voor de afwijking van de dikte van het PCB materiaal, maar voor een transmissielijn is het ook relevant hoeveel die varieert over de lengte. Een transmissielijn die in het midden een stap heeft van +5 naar -5% van de nominale dikte van het diëlectrum zal aanzienlijk slechter functioneren dan één die over de gehele lengte op -10% zit. Toch weet ik dat die eerste optie aanzienlijk minder waarschijnlijk is.
Op 7 februari 2019 11:42:24 schreef fatbeard:
Van de tweede batch is de zelfinductie bepaald op 2.288±0.018µH en de parasitaire capaciteit op 7.33±0.92pF; daar moest 96pF (47+27+12) extern bij.
En van deze waarde is vastgesteld dat die <2pF afwijking mag vertonen? Die zal dan een beste Q-factor hebben of niet?