Grappig dat jullie onmiddellijk aannemen dat het schema niet klopt. Waarom zou de auteur het dan plaatsen? Het is gewoon het schema van zijn oscillator, en die werkt immers ook.
Deze oscillatorschakeling werkt heus wel, hoor. En het wordt vaker zo gedaan. Toevallig gebruikt @dawmast er vaak een variant van.
De transistor staat (bij het starten) lineair ingesteld. Hij is niet verzadigd, want dan zou UCE iets van 0,1 V zijn. Maar UCE is natuurlijk gelijk aan UBE, dus ca. 0,7 V. Zie het rechter schema, dat de instelling laat zien.
De transistor wordt echt in een lineaire instelling gedwongen.
Voor de weerstanden, samen 1330 ohm, blijft een spanning van 8,3 V over. De stroom in beide moet dus 6,25 mA zijn. Dat levert een emitterspanning van 2,05 V op.
De spanning over de collectorweerstand is 6,25 V, zodat de collectorspanning op 2,75 V komt.
Door de complete schakeling (linker schema) hebben we een terugkoppeling op de resonantiefrequentie van de kring, gevormd door de te testen spoel en de capaciteiten van C1, C3 en de transistor. Het minste beetje ruis, of alleen al de inschakelpuls, zal de boel aan het oscilleren brengen.
Hieronder zie je het aanlopen op alleen ruis. Merk ook op dat de spanningen in de schakeling goed overeenkomen met de 'back of the envelope' berekening hierboven:
Eenmaal oscillerend werkt de transistor niet meer lineair, maar staat flink te schakelen. De golfvorm is dan ook flink vervormd, maar dat maakt voor deze toepassing niet uit.