Dat je wat moet aanpassen voor 230V is logisch, de overgang in R2 van 27k naar 50k (waar koop je dat in 1W?) is daarmee ook in overeenstemming. Maar de overgang in R6 van 4k7 naar 200k is een brug te ver, ik zou daar 10k verwachten. En een vorm van spanningsbegrenzing voor C3, omdat die 2n2222 ook maar 30V verdraagt (en is dus zonder spanningsbegrenzing ook in de 110V versie direct overleden). Duidelijk een gevalletje van een ongetest schema, helaas staat het web er vol mee.
Wat ook niet helemaal lekker zit is D1: voor 230V moet je daar toch echt een 1n4007 inzetten. De andere dioden zijn niet kritisch, die kunnen zelfs worden vervangen door 1n4148.
De beste oplossing voor R2 is om die dubbel te nemen (in serie), dan heb je ook meteen het probleem van de maximale spanning over de weerstand getackeld.
R6 ligt wat lastiger, omdat die waarde van je gebruikte relais afhangt. Een zuinig relais is hier gewenst, R6 moet grofweg 20-25 keer zo groot zijn als de spoelweerstand. In verband met de maximale spanning over de weerstand moet je hem opdelen in twee weerstanden in serie.
De spanningsbegrenzing voor C3 (zener diode 12 à 15V) gaat als de master uit staat behoorlijk wat vermogen verstoken: hier zal een 3W type in moeten.
De eenvoudigste methode om alle dissipatie in die zener en R6 voor te zijn is het toepassen van een 230Vac relais en dat aansturen met een triac, dan kunnen Q1, D4, C3, die nieuwe zener én R6 vervallen. Mogelijk moet dan wel R7 worden verkleind (hangt af van de gevoeligheid van de triac); C2 moet dan navenant groter worden.
@Rew:
Als je twee weerstanden (boogjes) parallel zet krijg je óók de halve waarde, dus jouw verhaal
... 1 zo'n boogje kan zo'n 1W afvoeren. Dan kan je de helft van de weerstand nemen, zodat je ook maar 1W aan verlies hebt. Maar dan is de gemeten spanning ook maar de helft. Dus om een redelijke meet-spanning te krijgen hebben ze voor het verdubbelen van de boogjes gekozen.
snijdt geen hout.
De werkelijke reden zal zijn dat één boogje onvoldoende stroom kan voeren (te weinig mm²).