Die arduino kan diverse opties hebben voor de chip die de werkelijke seriele communicatie doet.
De officiele Arduinos hebben een tijd dure FT232 chips er op gehad. Zoals ik boven schreef: Die hebben een "base-baud" van 6, 12 of misschien wel 24 MHz (ik weet niet meer welke het is, het is lang geleden dat ik dat nodig heb gehad). Dan is 375 hardwarematig mogelijk, maar veel, HEEL VEEL software vind dat je uit een lijstje moet kiezen voor een baudrate. En als ze hem er dan niet tussen zetten en je hebt de source niet: Pech! (hmm, je hebt de source WEL! (*))
Alternatief, zeker op de chinese clonen zal een PL2303 of CH341 o.i.d. zijn. Zelfde verhaal: 48MHz hebben ze nodig voor USB, dus 6, 12 of 24 als basis getal is waarschijnlijk.
Nog een alternatief, dit keer weer wel beschikbaar op de officiele arduinos is dat je een ATxxU8 als serieel chipje hebt. Dat is een microcontroller, dus die heeft weer een basis van 12 of 16Mhz wat dan door gehele getallen gedeeld moet worden voor de beschikbare baud rates.
(*) Maar of dat helpt? Ook in Linux is het heel lang geweest dat het OS met een interface werkte (#) waarbij je uit het "dit zijn veelgebruikte baudrates" lijstje moest kiezen.
(#) Ik heb in de jaren '90 geprobeerd daar verandering in te brengen, men vond het maar niets. Mijn voorstel: Verander zo snel mogelijk binnen de kernel naar een interface van: Ik wil baudrate XXX. Dat je dan naar userspace nog steeds "kies uit lijstje" houdt is prima, maar je zult zien dat je dan een upgrade pad hebt voor de interface met userspace, die dan ook snel wel gebruikt zal gaan worden. Maar nee: men wilde d'r niet aan.