Op 9 januari 2020 11:39:59 schreef Frederick E. Terman:... Dan heb je de beste gevoeligheid.
Google: 'noise matching'.
Dat kan ik beamen. En een aanpassing voor minimale ruis kan behoorlijk ver afzitten van maximaal vermogensoverdracht.
Toen ik aan het ontwerp voor ontvangers voor cellulaire netwerken werkte, was de afweging ruis (en indirect afhankelijk daarvan de systeemgevoeligheid) tegenover lineariteit (in de praktijk intermodulatieimmuniteit). Een mobiel netwerk wil de laatste halve dB gevoeligheid kost wat kost uit de kast halen. Maar, een mobiel netwerk wil ook masten en andere "supports" kunnen delen, dus een ontvanger krijgt allerlei sterke signalen voor de kiezen.
Ik heb ooit maanden gewerkt (geprutst) aan een - als ik me goed herinner - BFG541 gebaseerde LNA, waarbij de lineariteit optimaal was bij grote collectorstromen, meer dan 50mA. Maar het ruisgetal stijgt hoe meer stroom je door je collector jaagt. En de ingangsimpedantie van de transistor (nou ja, versterker) varieert nogal met de collectorstroom, en is niet duidelijk gespecifieerd, én varieert met normale tolerantie én temperatuur.
We gebruikten de APLAC simulator welke zelfs toen al ondersteuning had voor ruis, maar het was allemaal behelpen in de midden jaren 90 met slechte modellen, ontbrekende gegevens, grote toleranties; maar vooral gebrek aan kennis, ervaring en ondersteuning.
Ik heb me meermaals afgevraagd waarom ik geen "normale" job had kunnen kiezen. Ik herinner me nog goed toen een grote VP met een klantendelegatie door het lab kwam, en ik had nét één enkel prototype aan het werken gekregen, met een marge van een fractie van een dB. De klant was een gevoeligheid van -117.5dBm beloofd, aan een bepaalde BER met een bepaalde soep aan sterke signalen op de ingang.
De ganse business case hing af van het argument dat de klant zijn land van dekking kon voorzien met een paar honderd masten minder dan de concurrentie, want onze link was niet beperkt door het gebrek aan zendvermogen van de mobiele toestellen. De VP zei "here's the proof", waarop ik zei "één exemplaar", waarop hij zei: "If you can make one, you can make two. If you can make two, you can make a thousand. What's the problem?"