de kromming van de aarde gaat dit toch niet makkelijk gemaakt hebben.
Nee, maar 'Langenberg' was iets speciaals voor die tijd. De nieuwe Langenberg-mast van 1952 was 210 meter hoog, en de heuvel waarop hij stond ook zoiets, zodat de FM-antennes op 420 ü.M. zaten. Met een ontvangstantenne op 20 meter hoogte (bijvoorbeeld op een etagewoning, of met een mastje op het erf) ging dat in het algemeen vrij goed tot het midden van Nederland. In de grensstreek zelfs gemakkelijk.
Als ik uitga van een toenmalig zendvermogen van 10 kW ERP, en een (naar huidige begrippen vrij dove) tuner met 100 µV gevoeligheid, dan komt dat neer op een toelaatbare paddemping van ca. 140 dB. Met een beam van 13 dB zou je zelfs 153 dB mogen versnoepen. OK, dan heb je nog weer kabelverliezen (hé, toch nog on topic!), maar het gaat maar om de orde van grootte.
EREPS (oude USA planningsoftware van de marine) laat dit plaatje zien, waaruit volgt dat 80 nm mogelijk zou moeten zijn onder 'kalme' omstandigheden, dus zonder tropo, ducting etc. Mét die dingen werd het voor de amateur alleen maar leuker. NB zender en ontvanger zijn hier verwisseld, omdat EREPS zich geen hoge zender kan voorstellen (marine, snap je), maar wel een hoge ontvanger (vliegtuig). Maar dat maakt voor het traject niet uit.
Om nóg verder van topic te verdwalen: in de kleuterjaren waren er wel amateurs die een VHF-ontvanger uit de legerdump gebruikten om FM omroep te beluisteren. Zo'n ontvanger, bedoeld voor AM, kreeg een nieuwe detector, maar was dan nog steeds te smalbandig. Dat werd opgelost door de oscillator mee te laten lopen met de modulatie (door terugkoppeling uit de FM-detector naar een varicap), zodat de overblijvende nettozwaai klein genoeg was om door de 35 kHz brede middenfrequent te komen.
Good times, good times.