IC's (Integrated Circuits) zijn die zwarte dingen met "veel" pootjes waar U1, U2, U3 etc. naast staat. Op jouw print U3 en U5 bijvoorbeeld. U2 heeft maar 3 pootjes maar is er waarschijnlijk ook eentje. (Soms staat er ook gewoon IC1, IC2, IC3 naast op een print, maar U.. is ook een gebruikelijke aanduiding voor IC's)
Daar staan typenummers op, waarmee je kunt opzoeken welk IC het is en wat het hoort te doen. (Als je mazzel hebt. Soms worden ze eraf geschuurd, zit er verf overheen, of is er nooit een markering op gezet. Dat maakt het dan lastiger te achterhalen wat ze doen).
Om die schakelaar "uit te meten" kun je spanning meten over de schakelaar. Als 'ie uit staat, zal (bijna) de hele batterijspanning over de schakelaar vallen, maar als 'ie aan staat hoort er geen spanning over de schakelaar te vallen.
Je kunt ook kijken hoe de schakelaar in het circuit zit: waarschijnlijk zit 'ie tussen de batterij en "de rest". Dan kun je dus over de batterij meten welke spanning de batterij levert, dus voor de schakelaar. En dat vergelijken met de spanning die je meet over "de rest", dus na de schakelaar. (Waarbij "voor" en "na" gezien zijn ten opzichte van de stroom vanuit de batterij naar de schakeling).
Maar om de spanning over de schakelaar te meten, hoef je alleen op de pootjes van de schakelaar te meten. Makkelijker te vinden. Wel zorgen dat je meetpennen goed contact maken, anders meet je altijd 0 V, alsof de boel aan staat en de schakelaar goed is. Waarschijnlijk meet je "net aan geen 0 V" bij een goede schakelaar, als die aan staat. 0,02 Volt ofzo is normaal, minder is beter. Als er meer dan 0,2 V over de schakelaar valt terwijl de boel aan staat is vreemd.
(Getalletjes zijn maar richtwaarden, en bij een andere schakeling kan dat anders liggen, maar in deze situatie zou ik "meer dan een kwart volt" spanningsval over de schakelaar erg veel vinden)