Ligt er aan wat je gelezen hebt natuurlijk! Als je dit online gelezen hebt zou ik aanraden om de link naar de betreffende sites eens te posten, dan kunnen we het in elk geval zien.
Deze voeding heeft een enigszins aparte opbouw: er is een stroomregeling, maar die heeft geen directe invloed op de uitgang. Hij regelt de spanningsregelaar bij zodat die de spanning verlaagt tot de stroom op het gewenste niveau is.
In dit geval stel je de spanning in met P1, en vind je het signaal dat de spanning regelt op punt 12. Dat punt wordt nauwelijks belast: de enige componenten die er op aangesloten zijn, zijn C4, die een bufferwerking heeft, D9, die zonder overstroom in sper staat, en U2, die eigenlijk geen ingangsstroom vereist. Bij afwezigheid van een overstroom gaat de spanning op de uitgang van U3 richting de positieve voedingsspanning. De stroominstelling op punt 13 is immers hoger dan de gemeten spanningsval over R7. Zodra dit verandert zal de spanning dalen tot D9 in geleiding komt. Hierdoor wordt de spanning die vanaf punt 12 komt omlaag getrokken naar de waarde die U3 dicteert.
Meestal gebruikt men een alternatieve opbouw omdat dit ontwerp nadelen heeft. Zo is de maximale uitgangsspanning afhankelijk van hoe hoog U2 kan uitsturen, en wordt verlaagd met de spanning over R15, en de basis-emitterspanning van Q2 en Q4. Je bent hier rustig 5V aan kwijt, en dat is ten opzichte van het laagste punt van de spanning over C1. Met een 17V transformator haalde ik bijvoorbeeld 24Vp op C1, maar kon zonder modificaties maar tot 15V rimpelvrije uitgangsspanning genereren, wat ik te weinig vind. Ook is het moeilijk om deze voeding te stabiliseren met de gekozen opzet. Hij is nu stabiel, maar gevoelig voor slordig opbouwen, en met dit printontwerp heeft hij ook een onnodig hoge interne weerstand. Dit heeft blackdog in het reeds genoemde topic weten te verhelpen door een relatief beperkte aanpassing aan de print.
Een alternatieve -en wat mij betreft superieure- manier van bouwen is zoals het onder andere in de CO 2016 (en 2019) voeding is gedaan. Daar is een kleine interne hulpvoeding gebouwd die gerefereerd is aan de positieve uitgangsterminal die vanaf daar de serietransistor aanstuurt. De spanningsregeling en de stroomregeling hebben allebei evenveel authoriteit om de serietransistor uit te schakelen, maar geen van beide kan de transistor verder open sturen dan door de schakeling zelf wordt bepaald. Voor dit ontwerp heb je een extra transformator nodig, wat een nadeel is, daar krijg je een handiger apparaat voor terug. Je kunt op de pagina van dat topic in de openingspost het schema vinden en bekijken. Er zijn nog wel meer opties, maar zonder gerichte vraag lijkt het nogal een klus om dat op zinvolle wijze samen te vatten.
Heb je al een transformator en behuizing voor je voeding? Je hebt namelijk wel wat extra onderdelen nodig als je deze voeding echt wil gebruiken zoals een transformator, koelblok, uitgangsbussen en knoppen etc. Let er op dat hij niet geschikt is voor een transformator van meer dan ~20V, en ik raad tot 18V aan. De handleiding zegt 24V, maar dat klopt niet, want de opamps gaan dan stuk. Je zult ook R12 moeten aanpassen voor de ("nieuwe") maximale spanning. Tevens is 3A niet echt goed te doen, dan wordt de print veel te heet door R7 en D1-4. Reken op ongeveer 1,5A voor praktisch gebruik en dan gaat er niets mis. Je zult Q4 dan alsnog zeer goed moeten koelen, maar het is in tegenstelling tot 3A in elk geval haalbare kaart. Je zult dan R18 ook moeten aanpassen op deze ("nieuwe") waarde.