Hi,
Ik ben vandaag een beetje aan het frutten geweest met de software, maar nog niet voldoende opgeschoten om wat te laten zien.
Maar ik ben ook met de analoge electronica bezig geweest en daar wil ik nu wel wat van laten zien.
Het was al vannacht, dat ik niet iets goed kon loslaten en slapen gaat dan toch niet,
mijn kleine DELL laptop er bij gepakt en gaan zoeken naar filters voor DDS systemen.
Natuurlijk is er ook bij Analog Devices voldoende te vinden hierover, maar het belangrijkste vond ik deze keer bij Maxim.
Mijn kennis trouwens van DDS systemen behalve grofweg de opbouw, is vrij minimaal.
En in het hier onder staande document staat belangrijke info als je zoals ik een zo recht mogelijke frequentie karakteristiek wilt hebben uit je DDS systeem.
Waar komt het in het kort nu op neer, voor als jullie eventueel te lui zijn om het onderstaande document te lezen... 
De Maxim Application Note voor DDS filtering
www.bramcam.nl/NA/NA-AD9833-Gen/AN3853.pdf
Hoe zit het kortweg...
Je hebt de klok frequentie van b.v. de AD9833 printjes die ik hier heb en deze zijn uitgerust met een 25MHZ oscillator.
Dan heb je de Nyquist frequentie(het absoluut minimum aantal sample punten dat nodig is om er een Sinus signaal uit te bakken) welke de helft is van de klok frequentie en dat is hier 12,5MHZ.
Wat voor mij dus een leermomentje was vannacht, is dat al ruim voor de "Nyquist Frequentie" de amplitude van het uitgangssignaal al begint af te nemen!
Dus de afval bij 3MHZ is dus niet alleen de capacitieve belasting en de oplopende Ri van de uitgangsbuffer in het IC zoals ik gisteren opmerkte, maar dus ook inherent gedrag van een DDS chip.
In het Maxim document kan je vinden wat het -0,1dB punt van de amplitude is t.o.v. de "Nyquist Frequentie", en dat is dus bij 17% van 12,5MHZ wat dan uitkomt rond de 2,1MHz.
Van de vele projectjes die ik kan vinden op het Internet betreffende simpele DDS systemen, kan ik niets vinden die dit punt bespreken...
Mooi is in dit document, dat ze laten zien wat de oplossingen kunnen zijn, om de frequentie karakteristiek weer zo vlak mogelijk te maken.
De digitale manier gaat mij niet lukken, maar de correctie in het analoge domain, moet voor mij wel toepasbaar zijn.
Dit wordt in het Maxim document omschreven bij: Post-Equalizing
Dat is simpel een RC netwerkje aanbrengen met het goede kantelpunt in een van de versterker trapjes.
Wat ik niet weet is dit, als ik b.v. geen Sinus als uitgangs signaal vorm neem maar een driehoek, geld dit dan ook?
Wat ik wel al gezien heb, is dat al zonder filter je maar een paar honderd kHz als mooi driehoek signaal er uit krijgt, voor mij verder geen enkel probleem.
Nog een puntje, het blok signaal uit de DDS chip, dat is lachen, uhm een drama dus, laten we het een jitter blok noemen!
Beter is om een snelle comperator te gebruiken een blok te maken met mooie flanken uit het Sinus signaal en dat dan weer aan de versterker trapjes toe te voegen.
Versterker trapjes
De versterker trapjes moet ik nog ontwerpen en dat zullen vrijwel zeker twee snelle opamps zijn b.v. de LM7171 en/of de AD811 en bij mij in ieder geval ook nog relais
die 50-Ohm verzwakkers aansturen.
Alleen het lineaire fijn regelen van de uitgang weet ik nog niet zeker hoe ik dit doe, kan met een 500-Ohm potmeter zijn of met een DC geregelde opamp.
Het RMS signaal uit de AD9833 is iets meer dan 200mV en dat wil ik voorlopig tot 5V RMS versterken.
Uitgangsfilter
Dat heb ik al bijna twee weken geleden ontworpen met de software van Iowa Hills RF Filter Designer 2.2.
Ik ben toen begonnen een filter te ontwerpen dat heel vlak is en iets boven de maximale frequentie zit(3,3MHZ) die ik nodig vond voor dit meetinstrumentje, wat 3MHz is.
Ik heb het filter zo getuned dat het filter met ideale componenten vlak is tot 3MHz.
Het tweede uitgangsspunt was toen dat het filter een aanstuur impedantie zou krijgen van 200Ω, omdat dit de uitgangs impedantie van de AD9833 chip is.
De uitgangs impedantie wou ik op 50Ω hebben om eventueel direct mijn 50Ω verzwakker te kunnen aansturen.
Het filter moet zo stijl mogelijk zijn, met zo min mogelijk rimpel, het is dus een Chebyshev geworden met 0,01dB rimpel, dat was nog wat beter dan het Butterworth filter.
En dan nog een eis, waarden van de filter componenten moeten wel redelijk normaal zijn.
Het plaatje hieronder laat het filter zien met de waarden van de componenten die binnen 1% zitten.

R1 in het filter plaatje, staat voor de aanstuur impedantie van 200Ω dit wordt trouwens niet meer de AD9833 direct, ik wil deze chip niet belasten en hij komt dus op de +ingang van de eerste opamp,
bij deze opamp die waarschijnlijk rond de 10x gaat versterken, pas ik dan ook de correctie toe voor afval die bij 2MHZ begint van de DDS chip.
Hoe ziet de filter karakteristiek er nu uit in de ideale toestand, kijk hieronder, het plaatje is klikbaar.

.
De rode lijn is de amplitude bij 10dB/div en de bruine lijn is bij 1dB/div, bij 3MHz is de amplitude 0,06dB gezakt en dit is dus bij ideale componenten waarden.
In de praktijk is dit natuurlijk slechter, de frequentie karakteristiek kan als dit echt nodig is een beetje worden gecorrigeert in een van de twee versterker trapjes.
Het filter heb ik niet verder aangepast omdat ik het met een opamp ga aansturen, het is voor de opamp "lekkerder" als hij 200Ω ziet i.p.v. de standaard 50Ω
De waarden van de condensatoren vind ik geen probleem, het filter is zo getuned dat de meeste waarden na een kleine selectie met twee condensatoren kan worden gemaakt.
Schrik vooral niet van de spoelwaarden... 4,59uH ben je gek geworden Bram! 
Nou nee hoor, ik wikkel al sinds mijn 16 jaar zelf spoelen, dat was toen voor mijn radios en middengolf zenders, alleen had ik toen geen handige meetinstrumentjes.
Midden 70 jaren kwamen in Amsterdam Amidon kernen bschikbaar via De Electronica Winkel, dat had ik al eens verteld.
Daar heb ik toen ook zo'n uitvouwbaar data vel van Amidon bij gekocht, aan de hand van die gegevens heb ik al vele kernen gewikkeld en ik vind het geen enkel probleem deze klusjes te doen.
Nu heb ik verschillende RCL meters tot mijn beschikking, en dan kan ik ook ringkernen "tunen" op de gewensde inductie.
Ik zoek met de "Mini Ring Core Calculator" uit hoeveel windingen is nodig heb bij de inductie die gewenst is.
Ik kijk nog steeds in het oude data vel want daar staan nog de Q karakteristieken in van de kernen.
Afgewogen zijn ondermeer de 50-2, 50-6 en de 50-10 kernen, de 50-6(kleur geel) kwamen er het gunstigste uit voor mijn spoelen, tussen de 250 en 300 als Q.
Dit natuurlijk wel als je de kern goed wikkeld, dat is 1-laag netjes gewikkeld over ongeveer drie kwart van de kern met zo dik mogelijk draad, ik heb 0,5mm gebruikt,
0,6mm zou ook nog kunnen, maar dat wordt dan wel wat lastig tunen.
Tunen van de kernen
Afhankelijk van de aangegeven waarde zijn er tussen de 31 en 34 windingen nodig op de T50-6 kernen voor dit filter.
Ik zet mijn RCL meter op 100kHz en leg het gewende aantal windingen op de kern en hou rekening met nog 1 extra winding wat draadlengte betreft.
Dan meet ik de kern, meestal zit je gewoon vrij dicht tegen de gewensde waarde aan, probeer een winding er bij of er af om zo dicht mogelijk bij de b.v. hier als eerste spoel aangegeven 4,59uH te komen.
Daarma ga je de windingen wat meer of minder over het kerntje verdelen, dit om hem precies op de goede inductie waarde te tunen.
Dit tunen doe je natuurlijk wel met korte aansluidraden, dit zijn al spoelen van een relatief lage inductie waarde.
Als je een 100kHz RCL meter hebt dan is 4,59uH makelijk af te lezen en kijk ook vooral naar de Q factor, die moet bij 100khz boven de 25 zitten metde T50-6 kernen,
heb je echt een lagere Q, dan zijn je aansluitdraden niet schoon genoeg!
Mijn 4,59uH spoeltje op de T50-6 kern heeft bij 100kHz een Q van 34,2! bij 1MHz als de verliezen niet te ver oplopen in de kern zou de Q meer dan 300 zijn.
Hieronder een plaatje van mijn spoelen, die in het alu huisje zijn bouwsetjes van Neosid, jammer genoeg niet meer te koop.
De Q van deze spoeltjes zijn wel een stuk lager, geen 34,2 bij 100Khz maar 22,4, de alu bus is hiervoor gedeeltelijk verantwoordelijk.
Het voordeel van deze spoelen dat ze makkelijk zijn te tunen omdat ze een afregelkern hebben.
De lange draden aan de onderzijde van deze spoelen zijn er aangezet om aan deze spoelen te kunnen meten.
Het witte blokje is een soort kaarsvet waarmee ik de windingen vast zet op de kern, kan eventueel ook met 10 seconde lijm.
Maar dit "kaarsvet" is makkelijk als ik de kerntjes een beetje warm maak dan kan ik de windingen een beetje verschuiven om de inductie nog aan te passen.

.
Dit is de software waarmee ik de kernen uitreken, deze software is ook geschikt voor vele typen ferriet kernen.

.
Dat was het weer voor vandaag.
Groet,
Bram