Beste mensen, bij mijn oriëntatie op inductieverhitting met wat groter vermogen stuitte ik op problemen met de voeding.
Op een Engelstalig forum :
https://highvoltageforum.net/index.php?PHPSESSID=647dc2re85hc0hch4h1si…
maken mensen zich erg druk om de rimpelspanning op de voeding voor een Royer oscillator voor inductieverhitting. Ze willen enorme afvlak elco’s gebruiken. Mijn eerste vraag is:
Is het terecht om je druk te maken over een rimpelspanning ( na gelijkrichting van een driefasige wisselspanning) van minder dan 15% op de voeding voor een Royer oscillator? Zo’n oscillator zou een “kick-start” nodig hebben. En is dit anders of hetzelfde bij een voedingsspanning voor een hardschakelende powerfet versterker eindtrap die aangedreven wordt door een stuurtrap met een instelbare frequentie? In dit tweede geval zou ik denken: Geen sturing betekent geen stroom door de versterker; dus gaat er ook niets kapot. En als de voedingsspanning een dipje vertoont is er alleen maar wat minder output. Is dit juist gedacht?
Het hele probleem van de rimpelspanning kan ook getackeld worden door het gebruik van 6 fasen gelijkrichting uit een transformator met 6 wikkelingen die daarvoor zowel in ster als driehoek gebruikt worden, blijkt uit deze informatie:
http://server.idemdito.org/techtalk/elec/wiss/hexa.htm
In dit verhaal staat na de eerste drie alinea’s :
“Overigens kan men werken met één driefasige transformator die tweemaal drie secundaire wikkelingen heeft (zie afbeelding links) en een driefasige spanning omzet naar een zesfasige spanning.” De afbeelding links is echter een foto die geen informatie verschaft over wikkelverhoudingen. De verdere tekst van deze Belgische site suggereert volgens mij dat de zes wikkelingen niet allemaal gelijk moeten zijn, men heeft het immers over gelijktijdig gebruik van ster en driehoek schakeling van de secundaire wikkelingen.
Mijn vraag is hoe dit dan precies geschakeld moet zijn. Mogelijk heb ik wel het antwoord daarop gevonden maar ik snap de tekeningen van de schakelingen niet precies. Ik zag in “Dubbel” Taschenbuch für den Maschinenbau, 13 Auflage Neudruck 1974 Zweiter Band (dat lijkt mij een vrij betrouwbare bron van informatie) op bladzijde 984 de volgende schema's :
Voor het kijkgemak een deelvergroting zonder tekst:
Volgens mij staat hier alles in ster; de middenaftakkingen zitten aan elkaar.
Nu heb ik een restant van een Philips gelijkstroombron voor waarschijnlijk het laden van accu’s. Helaas is het ding voor een groot deel gesloopt maar van de losse onderdelen heb ik er nog heel wat. Het is het type PE2042. Een model kast van circa twee meter hoog, .6m breed. Op de trafo staat:
Zou ik hier, recht toe recht aan, twaalf diodes aan kunnen knopen zoals in het schema in “Dubbel” bij “B6” in “Bild 173”?
Klopt het dat ik dan een rimpelspanning heb van slechts ongeveer 5%? Ik overweeg dan hier een Royer schakeling mee te voeden als een eerste experiment. Mijn uiteindelijke doel is een toestel met een instelbare frequentie, maar daar ben ik nog lang niet. Ik kan de spanning van de trafo primair met een drievoudige variac regelen naar de gewenste hoogte, eerst maar eens flink wat lager dan de 1.4maal 120 volt die ik met een directe aansluiting verwacht.Is deze aanname juist?
Als iemand mij aan een schema van dit apparaat de philips PE2042, zou kunnen helpen zou ik daar zeer mee geholpen zijn. In ieder geval alvast bedankt voor het meedenken.