Op 18 oktober 2021 13:30:12 schreef EgbertG:
Met de bovenste helft van de triode als stroombron geschakeld krijg je met de onderste triode wel de maximale vervorming.
De uitgangsspanning hangt, voor een bepaalde steilheid, natuurlijk af van de weerstanden. Maar dat geldt voor zowel het gewenste signaal als de vervorming; de verhouding tussen die twee verandert daardoor bijna niet.
De bovenste buis vormt trouwens niet zo'n hoge weerstand; het is tenslotte zelf óók maar een triode. Je komt op zo'n 8 kΩ. Daaraan parallel staat de inwendige weerstand van de onderste triode, ongeveer hetzelfde.
Uiteindelijk is de versterking daardoor zo'n 22 maal, wat niet idioot veel is.
Bij 100 mV ingangsspanning is de 2e harmonische slechts 32 dB onderdrukt, en dus goed hoorbaar. Bij 1 mV is hij, met -92 dB, onhoorbaar. De vraag is dus nu maar: wat is het te versterken ingangsniveau.
--
Maar goed, dat alles gaat niet over de ruis. Ik denk óók dat de zaak staat te oscilleren. Waar precies, en hoe, dát hangt af van het exemplaar van de buis dat je probeert.
Met zo'n snelle buis (bedoeld voor VHF/UHF versterking en voor nanoseconde-schakelwerk), eigenlijk een beetje zonde voor gewoon audiowerk, heb je zo'n oscillatie natuurlijk snel te pakken.
De enige manier om dat te voorkomen, is de versterker dan ook echt volgens VHF/UHF-wetten opbouwen, dus alsof het echt een schakeling is waarvoor de E88CC bedoeld is.
(Overigens: dit is wel een SQ-buis, maar dat betekent voor déze buis alleen: een lange levensduur. Hij was immers bedoeld voor computers.)
Met stopweerstanden en HF-ontkoppelcondensatoren zijn de buizen wel te temmen, en uiteindelijk krijg je alles stil. Maar dan, als je daarmee klaar bent, zal blijken dat een gewone jaren-80 Technics beter klinkt.
Een wat goediger buis, bedoeld voor audio, zou hier eenvoudiger geweest zijn. De ontwerper heeft zich dat onvoldoende gerealiseerd.