Begin eens met het namaken van je bestaande spoel.
Dat is denk ik het beste advies, want zoiets berekenen is niet te doen. Ik leg uit waarom.
De 5,5 m lange spriet is ca. een halve golflengte (daarom heet de antenne ook zo), en vormt een hoge aanpasimpedantie.
Het spoeltje is maar de helft van het verhaal: de aanpassing in de voet, naar 50 ohm, gebeurt door dat spoeltje PLUS een capaciteit.
Die capaciteit wordt gevormd door de eigen capaciteit van dat spoeltje (plus eventueel nog een 'echte' condensator, maar lang niet altijd).
Als je dus een andere spoel gaat maken, moet je dit zelf opnieuw uitproberen. Maak je een 'mooie' spoel, met spatie tussen de windingen, dan is zijn eigen capaciteit lager dan bij de oude spoel.
Normaal is dat goed, maar bij deze antenne had die capaciteit van de oude spoel een functie.
Het gemakkelijkste is het daarom, de oude spoel zo precies mogelijk na te maken - dus dezelfde afmetingen (lengte, doorsnee), en ook dezelfde draad (dikte, isolatiesoort).
Een spoel opnieuw ontwerpen kán wel, maar als je bijvoorbeeld de SWR meet met de antenne op de grond, en je hebt uiteindelijk de spoel zo dat de antenne goed 'in de band' staat, dan klopt het weer niet als de antenne op het dak staat. Eigenlijk zou je de antenne steeds, voor iédere meting, op het dak moeten zetten zoals hij uiteindelijk moet komen te staan.
De fabriek heeft de spoel zo gemaakt dat de antenne 'op een normale plaats' goed werkt. Een béétje afwijking heb je dus altijd. Maar van begane grond naar de nok is het verschil te groot.
Wat je wel zou kunnen doen: één keer op de grond en daarna op het dak meten, en kijken hoe groot het verschil is. Staat de antenne op het dank bijv. 600 kHz hoger, dan kun je daarna op de grond verder afregelen (winding erbij, winding eraf, beetje langer of korter) op bijvoorbeeld 26,6 MHz; op het dak staat hij dan hopelijk goed op ca. 27,2 MHz. Maar zoiets blijft een beetje gokwerk.