@Hubie dank je voor de interessante meetwaarden.
Ik moet zeggen dat ik er niet helemaal uit kom wat de koppelfactor betreft.
Als het luchtspoelen zouden zijn, zou louter uit de vormen een koppelfactor van ca. k = 0,35 komen.
(Met jouw gemeten 'luchtwaarde' van 1,372 mH voor L1 zouden daar trouwens ca. 572 windingen op moeten zitten, en als L2 met dezelfde spoed is gewikkeld (en dat zal wel), dan zou die (in lucht) ca. 0,184 mH zijn.)
Door het ferriet zal k wel wat groter zijn; vandaar de metingen.
Voor spoelen in serie geldt L = L1 + L2 ± 2M. Die getallen heb je, en als ik die van elkaar aftrek, krijgen we dus 4M = 45,52 − 23,70 = 21,82, dus M = 5,455 mH.
De koppelfactor is k = M/√ (L1×L2). Er komt:
k = 5,455/√ (31,89 × 0,440) = 1,46 (waarden van 21 november); of
k = 5,455/√ (32,72 × 0,393) = 1,52 (waarden van 23 november).
Dat berekende k-waarden verschillen is op zich geen ramp. Maar ze zijn niet alleen onverwacht groot vergeleken met 0,35 - ze zijn zelfs veel groter dan 1, wat natuurlijk onmogelijk is.
Er gaat dus ergens iets fout. Als ik ervan uitga dat je correct gemeten hebt, dan moet het hem in de parasitaire capaciteit zitten - maar de frequentie is laag, en zó'n groot effect is wel raar.
Wie zet even een stelsel van vergelijkingen op, waaruit de juiste L1, L2, M en de diverse Cparasitair rollen?
--
Ik weet niet precies waar je frequenties vandaan komen, maar als ik ze vergelijk met de bijbehorende spoelwaarde, dan kan ik steeds een capaciteit uitrekenen. Dan komt er:
L1+L2+2M: 1,035 nF
L1+L2−2M: 1,047 nF
L2 (0,440 mH): 1,056 nF
L2 (0,393 mH): 1,182 nF
L2-links: 1,145 nF
L2-rechts: 1,125 nF