Een antenne die echt in álle richtingen evenveel straalt, noemen we de isotrope straler of bolstraler (dat laatste omdat z'n stralingsdiagram eruit ziet als een bol). Een echte isotroop kun je trouwens niet maken.
'Omnidirectioneel', ofwel rondstralers, worden antennes genoemd die in horizontale richting overal in het rond (ongeveer) even sterk heen stralen. In verticale richting hoeft dat niet: alle verticale 'sprietjes', 'rubber ducks', ground planes etc. zijn rondstralers.
Je kunt dus best rondstralers met 'gain' hebben. Die zijn dan wel langer (hoger) dan de gewone 0dB-stralers.
Hoe meer gain zulke rondstralers hebben, hoe meer hun diagram gaat lijken op de spreekwoordelijke pannenkoek.
Intussen krijg je die gain (of zelfs die 0 dB) alleen boven een goed aardvlak, iets wat je meestal niet hebt. En omdat voor de rest het stralingspatroon toch meer afhangt van reflecties en demping onderweg (meubels, kasten, vloeren, muren), blijft er van 'gain' meestal nog minder over.
Het gebeurt daardoor vaak dat een gewone, korte 0dB-antenne beter presteert in een 'rommelige' omgeving of op een kleine handzender, doordat zijn prestaties minder kritisch zijn t.o.v. de omgeving dan bij een gain-antenne het geval is.