Beste mensen,

Nu maandag moet ik een examen afleggen en ik zit met een vervelend probleem. Namelijk dat ik de werking van een transistor niet al te goed begrijp. Zeker bij het volgende:

Een transistor geleidt toch enkel in 1 richting (afh van welke soort transistor je hebt, NPN of PNP). Maar hoe komt het dan als je een wisselspannings signaal aanlegt aan je transistor, dat je op de uitgang ook een (versterkt) wisselspanningssignaal hebt?

Ik ga er vanuit dat de Transistor spert in de negatieve alternantie... maar dit blijkt dus zo niet te zijn... Kan iemand mij uitleggen hoe het juist ineens zit?

Alvast bedankt!

Mvg, Keires

Je moet uw transistor instellen.
DWZ hem half in geleiding brengen met DC dmv 2 weerstanden spanningsdeler.
Aan de ingang uw te versterken signaal inkoppelen met een condensator zodat uw transistor een DC spanning krijgt op maat van de wisselspanning.
Klasse A instelling heet dit.

[Bericht gewijzigd door Peter Claus op ]

Dus zonder condensator, zou je geen wisselspanningssignaal kunnen krijgen aan de uitgang?

krijg je een wisselend signaal met een offset: de transistor kan alleen positieve signalen versterken.

Een condensator scheid AC van DC. Jij bied AC aan met bijv 2 v piek-piek. Aan de andere kant van decondensator is een Dc van 2V aangelegd. De spanning gaat dus fluctueren tussen 1V en 3 V (ik leg het even heel simpel uit het verhaal klopt niet helemaal nl) Dit kun je dus wel door een transistor halen. Daar wordt het versterkt, en aan e uitgang zet je weer een condensator en zo haal je de DC er weer af.

KLAAR (let op dit is ZWAAR versimpeld, in praktijk heb je te maken met dempende impedanties! en je moet nog een basis weerstand halen enz. enz.)

Een sinus is niet hetzelfde als wisselspanning. Wisselspanning heeft een dc waarde die 0 is, hierdoor is de een helft van je sinus negatief en de andere positief.
Als je bijv een signaal waarvan de peak to peak waarde 4V is en de DC waarde 2V is dan kan een transtor dat wel.

// High met Henk was me voor //

Natuurlijk krijg je daar een wisselspanning op. een voorbeeld R1 en R2 zijn de instelling, de conensator gedraacht zich voor wisslespanning (hier) als kortsluiting. Aan de uitgang (collector en Rc) heb je dus een gelijk spanning, de instelling, maar ook een wisselspaning, in dit geval versterkt.

Euh thnx, maar ik begin beetje alles dooreen te slaan, om eerlijk te zijn ben ik nog altijd niet goed mee. Ik weet niet of jullie het programma EWB kennen (electronic workbench). Als ik daar een condensator aansluit op wisselspanning, dan kan ik enkel op AC meten (over de condensator) ... maar ik dacht dat condensator AC tegenhield...

Het signaal dat achter mijn condensator komt is dus eigenlijk een wisselend gelijksspannings signaal? Met andere woorden ga je op de uitgang dus geen wisselsspanningssignaal krijgen dat een halve periode positief is en een halve periode negatief?...

Nog een hoop te leren voor maandag... Een condensator heeft een schijnbare weerstand, waarvan de weerstandswaarde afneemt met een toename in frequentie. Dus met een oneindig lage frequentie (Gelijkspanning ofwel DC genaamd)is die weerstand oneindig. Dus een condensator blokkeert gelijkspanning.

Dank je voor je ontmoediging

face reality

dit had je al gehad moeten hebben.

zucht, de ene zegt dat het zo zit de andere zegt dat het anders zit, wat moet je dan nog gaan geloven?

Heb je ooit van complexe impedanties gehoord? Dan is dit toch allemaal triviaal te verklaren. Voor een condensator is dit:

Z = 1 / (j*omega*C)

Voor een weerstand is dit gewoon Z = R.

Als je dat in de wet van Ohm invult U = Z*I dan zie je dat hoe groter omega wordt hoe kleiner de weerstand. Bij omega = 0 (DC) is de weerstand oneindig.

Voor het geval dat je niet weet wat omega wil zeggen, dit is de hoeksnelheid van je oscillatie, als je dat door 2*pi deelt krijg je je frequentie.

bedankt zoeloelip, maar zover was ik al... toch bedankt!

Op 12 januari 2007 14:47:13 schreef Keires:
zucht, de ene zegt dat het zo zit de andere zegt dat het anders zit, wat moet je dan nog gaan geloven?

volgens mij staat hier alles hetzelfde aleen in andere woorden. Mijn 2V was een voorbeeld. Dat wordt bij Lastei gedaan door een spanningsdeler R1 en R2.

Wat zoeloelip doet in bovenstaande post: die legt uit hoe groot die schijnbare weerstand van die condensator is.

volgens mij willen we je allemaal helpen, maar OF je hebt afgl. schoolperiode zitten slapen OF het niveau is te hoog geweest (of je bent langdurig afwezig geweest)

Wel ja, aangezien een condensator gelijkspanning blokkeert (omdat XC=0 is), hoe kan je dan een gelijkspanning aanleggen aan je transistor...

Op 12 januari 2007 14:55:40 schreef Keires:
Wel ja, aangezien een condensator gelijkspanning blokkeert (omdat XC=0 is), hoe kan je dan een gelijkspanning aanleggen aan je transistor...

*edit* Ik heb langdurig ziek geweest jah, klierkoorts namlijk, sukkel er ondertussen al 20 maand mee, waardoor ik zelfs een jaar hogeschool heb verloren en dit jaar ook, maar omdat ik niet weer een jaar kwijt wil, doe ik nu hogeschool maar via avondschool dan... mjah dit even terzijde...

Een transistor kan gewoon geen negatieve spanningen geleiden maar dat wil niet zeggen dat deze geen sinus of eender welk ander signaal kan genereren.

Een AC signaal beschrijf je in de tijd als A * sin(omega * t), dit signaal zal een spanning geven die varieert tussen +A en -A. Een transistor zal alleen maar het deel dat tussen +A en 0 gelegen is geleiden.

Als je nu deze sinus aan je transistor gaat aanbieden: A * sin(omega * t) + A dan zal je sinus tussen 2A en 0 varieeren. Op deze manier kan je transistor deze sinus wel geleiden. Als je tussen de output van je versterker (je transistor schakeling) en +A meet dan zal je scoop aangeven dat je spanning tussen +A en -A varieert.

(A is de amplitude van je signaal, omega de hoeksnelheid en t de tijd.)

Ik hoop dat dit je probleem wat kan oplossen.

hmm dat verklaart wel dat je stof gemist hebt.

http://ourworld.compuserve.com/homepages/g_knott/theload.gif

't gaat hierom dus

links zie je een AC
De spanningsdeler R1 en R2 geven een offset aan de basis van de transistor. Als we zeggen R1 = R2 dan is het een EXACTE deler. Dus +volts nemen we 12 V, dan staat er 6V als er GEEN wisselspanning is.
Met de wisselspanning zal de wisselspanning op dat punt niet om de 0 gaan schommelen, maar om 6V.
Als de spanning nu tussen -2 en + 2 V schommelde, zal hij dat nu gaan doen tussen +4 en +8 V
laten we uitgaan van een versterking factor 2. dan zou er op de collecotr dus een spanning van +8 en + 16 staan. De condensaotr bepaalt de middenlijn, je uitgang achter C2 is dus
-4 en + 4 V

Dank je, maar heb je soms een goeie site over condensator op wisselspanning en gelijk, want het enige wat ik dus niet snap van dat schema, is welke functie die condensators hebben. Die leerstof heb ik ook gemist... dus zou het misschien beter zijn, dat ik die ns grondig bestudeer voor ik er verder blijf over te piekeren hé...

[Bericht gewijzigd door Keires op ]

Verander deze condensators eens door een weerstand met een complexe impedantie 1 / (j*omega*C) en pas toe wat ik in mijn post daarover hebt uitgelegd en waarvan je aangaf dat je het snapte.

heel eerlijk denk ik dat je teveel gemist hebt om dit examen te halen.... vindt het heel sneu gezien de situatie, maar zie echt niet hoe je zoveel kan leren in nog maar 3 dagen....

Een condensator is als een membraan... hij sluit het water af zodat er gemiddeld geen water kan doorheen vloeien. Maar drukverschillen kun je aan de andere kant prima voelen.

Omgekeerd kun je, door het membraan wisselend uit te trekken en in te duwen (negatieve en positieve druk), deze wisselingen ook weer aan het water meedelen, hoewel dit water al op een positieve druk stond.

WOW. I'm AMAZED

mooie benadering frederick!!!!!!!!!!!!!!

echt perfect..........

zo loopt er idd geen stroom, maar wordt er wel lading (lees druk) doorgegeven!!!

perfect didactisch!!!!!