Alleen is zo'n lage weerstandswaarde niet aan te raden, want bij de kleinste variatie in de voedingsspanning krijg je een hele grote verandering in de stroom door de LED. Zelf houd ik minimaal 1/3 voedingsspanning in de weerstand aan, maar als het kan liever de helft. Daar komt nog bij dat de spanningsval over een LED gemakkelijk 0,1V kan verschillen tussen 2 LEDs van dezelfde kleur. Als je dan maar 0,2V speling hebt, gaat dat niet werken. Daarbij komt nog dat de spanningsval over die LED afhankelijk is van de temperatuur en zo. Kortom: 0,2V over de weerstand is *veel* te weinig.
Rekenvoorbeeldje:
8,8V over de LEDs, 9V nominale voedingsspanning.
voor 20mA is de weerstand dan (9-8,8)/0,02=10 ohm.
Stel nou dat de voedingsspanning (om wat voor reden dan ook, een net opgeladen batterij, onbelaste adapter, whatever) even 9,5V is. Dit geeft een stroom van (9,5-8,8)/10=0,07A oftewel 70mA. Dit is maar 3,5 keer te veel, en dan hebben we het nog maar over een halve volt teveel voedingsspanning.
Als de voeding maar 0,2V inzakt (een batterij die net niet meer helemaal vol is, of uberhaupt een oplaadbare batterij, belaste adapter), doen de LEDs helemaal niets meer.
@TS: ik zat nog even na te denken, maar zonder IC's wordt het erg lastig, tenzij je 49 diodes of 49 identieke weerstanden hebt (van de juiste waarde), en dan neem ik nog aan dat je de LEDs in serie zet.
Ik heb ooit een oude voltmeter (met nixie tubes) gesloopt, en daar zat een wel heel creatieve binair-naar-10 segmenten converter in: namelijk een gegoten blok met daarin een stel lampjes en fototransistors, waarbij de combinatie van lampjes en fototransistors zo uitgekiend was dat elk bit van de binaire code de fototransistors verlichtte van de segmenten die daar bij hoorden. In sommige vakjes zaten meerdere lampjes, en op sommige plaatsen zaten fototransistors uit meerdere vakjes in serie, om op die manier een ingewikkelde combinatorische schakeling (product-of-sums) te maken.