Naast de fouten nog eens een tip:
De klokkenbouwers onder ons gebruiken vaak de netfrequentie als tijdbasis. Dat is op zich een goed idee, maar er kunnen problemen optreden in een onrustige omgeving. Ik denk daarbij aan de nadelige invloed van dimmers, motoren, enz...
Nu kan je stoorpulsen wegfilteren door een opamp o.d. in het circuit op te nemen, en er voor te zorgen dat diens ingang een flinke hysteresis heeft.
Echter, als een microcontroller de klok stuurt, en die heeft nog een pin op overschot, kan het ook zo:
Hierbij wordt de ingangspin zodanig geconfigureerd, dat er zowel bij de opgaande- als bij de neergaande flank een interrupt gegenereerd wordt. Bij een opgaande flank maakt de ISR de uitgangspin hoog, en bij een neergaande flank wordt die pin laag gemaakt.
Op die manier beschikt de schakeling over een vrij grote hysteresis.
Een testopstelling toont aan dat de trafospanning tot +8V moet stijgen om een opgaande interrupt te veroorzaken, en vervolgens terug tot -4V moet dalen alvorens een neergaande interrupt optreedt.
Dat klopt natuurlijk niet. Ik had even een test gedaan met een losse trafo, maar zodra je de trafo als voeding gebruikt, kan diens uitgangsspanning nooit -4V worden tov. de GND.
Het moet dus zijn:
Opgaande flank bij +6V
Neergaande flank bij ±0V
Toch niet slecht, al met al. Wie het onderste uit de kan wil halen, kan R3 en D6 toevoegen. Hierdoor moet de trafospanning tot 9V stijgen om een interrupt te veroorzaken.
Het is wel verstandig, om enkel de opgaande flanken (of enkel de neergaande flanken) als tijdbasis te gebruiken.