Gepost door Jeroen Vreuls op zaterdag 26 mei 2012
Dit hoofdstukje bespreekt hoe een FET nu eigenlijk fysiek werkt. Enerzijds is dat niet zo van belang, anderzijds helpt het in het begrijpen van hoofdstuk 2, de verschillende types FET's.
Hoofdstuk 3 zal dan bespreken hoe je MOSFET's kan gebruiken. Hoofdstuk 4 op wat voor parameters je moet letten bij het selecteren van een MOSFET. Hoofdstuk 5 geeft wat tips voor de praktijk en bespreekt nog wat andere effecten die soms van belang zijn.
FET staat voor Field Effect Transistor. Waar bij een klassieke bipolaire transistor een stroom de geleiding van de transistor regelt, is het bij een FET zo dat het gaat om het veld dat veroorzaakt wordt door een spanning.
In basis bestaat een FET uit een drain en een source. Twee stukjes halfgeleider van het zelfde type, met een tussenruimte: het kanaal. De gate zit "in de buurt" van het kanaal en kan de geleiding daarvan beïnvloeden.
MOSFET staat voor Metal Oxide Semiconductor Field Effect Transistor.
In een MOSFET zit de gate op een dun stukje Metaal Oxide. Bruin gekleurd in bovenstaand plaatje. Hoe dunner het isolerende metaal oxide laagje hoe sterker het field-effect. Maar ook: hoe dunner hoe makkelijker er doorslag optreed, dus dat de maximale spanning laag is. Kortom fabrikanten moeten een compromis vinden.