Gepost door Hugo Welther op donderdag 1 augustus 2002
Voorbeeld 1: casetemperatuur gegeven
Over een BD135 staat een spanning van 10 volt en er loopt een stroom door van 0,5 ampere. Het gedissipeerde vermogen is dus 5 watt. In de datasheet is af te lezen dat de maximale casetemperatuur 100°C mag zijn. De maximale omgeving temperatuur is 35°C. Dus het temperatuurverschil tussen de transistorbehuizing en de omgeving is dan:
ΔTmb-a = Tmb - Ta = 100 - 35 = 65°CDe maximum thermische weerstand tussen de transistor behuizing en omgeving is dan:
Rth mb-a = ΔTmb-a / P = 65 / 5 = 13 K/WAls we de montage thermische weerstand (mica + w.g. pasta: 0,9 K/W) hier nog van aftrekken, krijgen we de minimum thermische weerstand van het koellichaam:
Rth h-a = Rth mb-a - Rth mb-h = 13 - 0,9 = 12,1 K/WEen koellichaam van Fischer SK-09/37,5 met een thermische weerstand van 12 K/W is dus geschikt voor deze toepassing. De waarde van het koellichaam mag wel kleiner, maar nooit groter zijn dan deze waarde!
Voorbeeld 2: junctietemperatuur gegeven
Een BDX53C moet een vermogen dissiperen van 20W. In de Power Derating curve is af te lezen dat de junctietemperatuur niet hoger mag zijn dan 110°C. De thermische weerstand tussen junctie en mountingbase is 2K/W. Het totale temperatuurverschil tussen junctie en omgeving is:
ΔTj-a = Tj - Ta = 110 - 35 = 75°CDe maximale totale thermische weerstand Rth j-a is nu te berekenen:
Rth j-a = ΔTj-a / P = 75 / 20 = 3,75 K/WDe transistor is met een Sil-Pad K10 gemonteerd, dus Rth mb-h is 0,2 K/W. De thermische weerstand van het koellichaam kan nu berekend worden:
Rth h-a = Rth j-a - (Rth j-mb + Rth mb-h) = 3,75 - (2 + 0,2) = 1,55 K/WEen Fischer koellichaam SK-04/100 heeft een thermische weerstand van 1,5 K/W.
Voorbeeld 3: meerdere componenten op één koellichaam
Soms moeten meerdere transistoren op hetzelfde koellichaam gemonteerd worden bv bij een versterker.
In figuur 3 is de situatie voor drie componenten (T1...3) schematisch aanschouwelijk gemaakt.
De gegevens voor de transistoren:
T1: P = 15W, Tmb = 90°C, Rth mb-h = 0,9K/W;
T2: P = 25W, Tmb = 75°C, Rth mb-h = 0,7K/W;
T3: P = 7W, Tmb = 110°C, Rth mb-h = 0,85K/W.
Voor elke transistor moet nu de temperatuurval over de thermische weerstand tussen mountingbase en heatsink berekend worden:
ΔTmb-h Tn = PTn · Rth mb-h TnVervolgens bepalen we van elke transistor wat zijn maximale koellichaam temperatuur mag zijn:
Th Tn = Tmb Tn - Tmb-h TnVan deze uitkomsten selecteren we de laagst vereiste koellichaam temperatuur. In dit geval is dit die voor T2: 57,5°C. Deze waarde wordt gebruikt om het temperatuurverschil tussen het koellichaam en de omgeving (35°C) te berekenen:
ΔTh-a = Th - Ta = 57,5 - 35 = 22,5°CDe koelplaat moet het vermogen van alle drie de transistoren verwerken, dus:
P = PT1 + PT2 + PT3 = 15 + 25 + 7 = 47 WEn de thermische weerstand van het koellichaam wordt dan:
Rth h-a = ΔTh-a / P = 22,5 / 47 = 0,48 K/WEen koellichaam SK-56/100 (Rth h-a = 0,4 K/W) is goed bruikbaar.
In het geval dat alle transistoren op hetzelfde koellichaam gelijk zijn, en op dezelfde manier gemonteerd en hetzelfde vermogen te verwerken krijgen, is de berekening eenvoudiger. Voor n = 3 transistoren T1 = T2 = T3: PTn = 15W, Tmb = 90°C, Rth mb-h = 0,9 K/W, Ta = 35°C. De minimale thermische weerstand voor het koellichaam in één keer berekend:
Rth h-a = (Tmb - Ta) / (PTn · 3) - (Rth mb-h / 3) = (90 - 35) / (15 · 3) - (0,9 / 3) = 0,92 K/W