RLC keten gemengd

Beste

Ik heb een vakantie taak voor elektriciteit waarbij ik 6 gemengde RLC ketens moet oplossen. Ik heb geprobeerd de eerste oefening op te lossen maar mijn uitkomsten zonder de complexe wijze en met de complexe rekenwijze zijn niet gelijk. 8k zou het aan mijn leerkracht willen vragen maar mijn smartschool werkt nog niet. Dus dit is de schakeling. Als iemand mij zou kunnen verder helpen.
(R1-L1) parallel met (R2-C1) parallel met een wisselspanning bron. De waarden:(R1=50ohm;R2=90ohm;L=254,6mH;C=48,97uF;
U=100V) ik heb al Xl en Xc berekend. Maar alle andere antwoorden die ik heb weet ik niet of ze juist zijn. Xl=80ohm en Xc=65ohm. Kan iemand mij hier verder helpen aub.

Ik ben vergeten wat ik moet uitrekenen.
1.bereken bovenstaande schakeling de deelstromen, totale stroom, totale impedantie, totale faseverschuiving zonder gebruik te maken van de complexe rekenwijze.
2.teken vectordiagram op schaal.
3.bereken puntje 1 maar met de complexe rekenwijze.

De rest van de vragen kan ik normaal gezien oplossen.

Blijkbaar kan ik ook gewoon de opgave fotograferen. Ik heb hetgene dat ik heb ook gefotografeerd.

Zoals u kan zien hen ik een klad en nette versie van de niet complexe manier. Een vectordiagram en een kladversie van de complexe manier.

Alvast even dit:

Je gebruikt f = 50 Hz, zal wel de bedoeling zijn maar staat niet in de opgave.

Op het eerste rekenblad wordt Zt berekend op de simpele "ohmse" manier zoals bij parallelle weerstanden.
Stel eens dat je dat zou doen voor slechts een L en een C parallel, terwijl Xl = Xc.
Wat komt er dan uit voor Zt? En wat zou het moeten zijn?
(Verder heb ik nog niet gekeken.)

De weerstanden Xl en Xc heb ik Zt uitgerekend als normale weerstanden.

Op welke manier zou ik het dan wel moeten oplossen?

Op het eerste rekenblad:
- vergeet Zt en It, die kloppen niet.
- let bij de fasehoek ook op het teken, twee keer zelfde teken??
- als ik de momentane stromen met I1(t) en I2(t) aangeef dan is jouw Iz1 dus rms van I1, en net zoiets voor stroom 2. Je kunt Iz1 en Iz2 niet zomaar optellen. I1(t) en I2(t) wel.
- ik denk dat jullie zoiets schrijven (als V(0) = 0):
I1(t) = constante*[cos(φ)sin(ωt) + sin(φ)*cos(ωt)]
en dan I1(t) en I2(t) optellen. Enz. (Kan ook -sin(φ) zijn, maar net hoe je φ kiest.)