@Robbe: Jij begrijpt dat je de overgebleven fasedraad op N moet gebruiken. Voor de TS, die met duidelijke aanwijzingen/schema de schroevedraaier kan hanteren om het te implementeren niet. Die doet letterlijk wat er staat.
We kunnen hier "beginners cursus wisselspanning" gaan lopen geven zodat de TS kan begrijpen waarom ze moet doen wat ze doet, maar dat is nu niet zo efficient.
Nu ben ik groot voorstander van "begrijpen waar je mee bezig bent", maar TS wil gewoon dit ding aansluten zodat ze vanavond haar eigen maaltje kan bereiden. Dus uit dat oogpunt: Gewoon Schema 2, met als enige wijziging dat waar links "N" staat je "L2" moet lezen.
---------------------
Basis cursus wisselspanning.
Wat je moet weten om je kookplaat aan te sluiten in Nederland en Belgie.
Spanningen zijn nooit "absoluut". Je meet altijd een spanningsverschil tussen twee punten.
Bij gelijkspanningen zijn dingen simpel. als je een 1.5V en een 3V batterij in serie aansluit (met plus van de ene aan de min van de andere) meet je de som van de twee spanningen tussen de twee uiteinden.
Bij wisselspanningen is het soms niet zo simpel. Als je twee 230V wisselspanningen in serie zet (of aangeleverd krijgt van het elektriciteitsnet) dan is de som niet zomaar de optelling van die twee spanningen. Die kan in theorie namelijk varieren van het verschil tussen die twee spanningen (230V - 230V = 0V): helemaal niets, tot de som van de twee spanningen (230V + 230V - 460V): behoorlijk veel. Maar ook, zoals wat jij van het elektriciteitsnet krijgt: 230V.
Jou kookplaat bestaat uit drie 230V "sub-apparaten". D'r zijn op de kookplaat twee "N" aansluitingen en drie "fase" aansluitingen. Er zijn twee van die subapparaten die "het koken" doen en vrijwel de max stroom van 1 draad kunnen trekken. De derde is hooguit "de besturing" die heel weinig nodig heeft en makkelijk op 1 van de andere er bij kan.
Jou net-aansluiting heeft L1, L2, L3 en alle L1-L2, L2-L3, L3-L1 spanningen zijn 230V. Om dus 230V op alledrie de subapparaten te krijgen, sluit je een fase (L1, L2 of L3) aan op de "N" aansluitingen. De andere twee op de voeding van de drie subapparaten waarbij de fabrikant aanraad om de "kleine" (middelste) bij de linker te trekken.
In Nederland hebben we meestal L1-L2, L2-L3, L3-L1 spanningen zijn 400V, maar de N-L1, N-L2, N-L3 spanningen zijn alledrie 230V. DAN moet je dus letterlijk dat 2e schema volgen.
Voor de volledigheid: