intelligente opmerkingen over hoeksnelheid gezocht.

Anoniem

Hallo,

Sinds mijn MBO opleiding elektronica vraag ik mij nog steeds af hoe ik de hoeksnelheid 2 pi f moet intepreteren.

De uitdrukking in radialen zou het integreren vereenvoudigen.
Ik heb geleerd dat van een radiaal de (cirkel) boog afstand gelijk aan de straal is. 2 pi radialen is de volledige cirkelafstand van een eenheidscirkel.

2 pi r is de formule voor de omtrek van een cirkel. De frequentie is hier een factor die de straal vertegenwoordigd?

De hoeksnelheid komt volgens mij altijd als inverse in formules voor. frequentie = 1/periodetijd.

De hoeksnelheid zou iets over de periodetijd moeten zeggen?

Binnenkort wil ik weer verder studeren in de elektronica, een beter inzicht in de hoeksnelheid lijkt me voordelig om het verband in formules te begrijpen.

Zijn er electronici die mij met kennis hierover kunnen verrijken?

Bij voorbaat dank, Superprutser.

Ik weet niet helemaal zeker of ik je vraag goed begrijp maar toch een poging:

Hoe snel moet de hoek draaien om een bepaalde frequentie te bereiken?
Bij 1 Hz is dat 1 cirkel per seconden. Dus 360 graden per seconden. 360 graden = 2 pi.

Bij 1Hz moet de hoek 2 * pi verdraaien per seconden.
Bij 10Hz moet de hoek 10 * 2 * pi verdraaien per seconden.

Dus f * 2 * pi.

Je kunt het ook anders benaderen. Stel ik heb een frequentie van 10Hz, hoelang duurt het dan om 1 rondje af te leggen? Nou 0.1 seconden, dat is dus de periode tijd.

PE2BAS
High met Henk

Special Member

Op 21 januari 2022 19:05:57 schreef SuperPrutser:
Hallo,

Sinds mijn MBO opleiding elektronica vraag ik mij nog steeds af hoe ik de hoeksnelheid 2 pi f moet intepreteren.

De uitdrukking in radialen zou het integreren vereenvoudigen.
Ik heb geleerd dat van een radiaal de (cirkel) boog afstand gelijk aan de straal is. 2 pi radialen is de volledige cirkelafstand van een eenheidscirkel.

Tot hier klopt het nog

2 pi r is de formule voor de omtrek van een cirkel. De frequentie is hier een factor die de straal vertegenwoordigd?

De periode tijd wel, de amplitude niet. Vergeet even een cirkel hier. Amplitude is de spanning of stroom, afhankelijk van wat je meet.
Maar eigenlijk is de amplitude niet van belang. De versnelling / vertraging is niet echt relevant, dus nogmaals stap hier van de cirkel af. Het kan dus ook een ellips zijn, maar dat veranderd niet de omlooptijd.

De hoeksnelheid komt volgens mij altijd als inverse in formules voor. frequentie = 1/periodetijd.

De hoeksnelheid zou iets over de periodetijd moeten zeggen?

Beide beweringen kloppen, maar ik krijg de indruk dat je hier deel 1 wel snapt en deel 2 niet

Even ter vergelijk.

Bij 1 Hz is de periodetijd 1 seconde
En de hoeksnelheid 2*pi rad/sec. Ofwel in decimalen 6.283 rad/s je snapt nu dat rad delen door pi erg handig is...
Als je naar graden zou gaan zit je op 360 graden / sec

Enfin nu naar 50 Hz. Periodetijd is dus 0.02 S (ofwel 20 mS)
Nu de hoeksnelheid: die is dus 50 * 2 pi rad/s = 100 pi rad/s

Als je nu naar decimalen gaat is het 314.15 rad/s raar en moeilijk getal...
In graden is dit 18000 graden / sec..

Nu jij voor 60 Hz .

E = MC^2, dus de magnetische compatibiliteit doet kwadratisch mee???
benleentje

Golden Member

2 pi r is de formule voor de omtrek van een cirkel. De frequentie is hier een factor die de straal vertegenwoordigd?

Je moet dan niet zien als "de omtrek" Maar als de afgelegde weg in een seconde. Bij 10Hz ga je dus 10x de cirkel rond.

Mensen zijn soms net als een gelijkrichter, ze willen graag hun gelijk hebben.
Anoniem

Bedankt voor de reacties.

Hardbass, mijn aanname dat de hoesnelheid iets over de periodetijd zegt klopt dus niet. Bij een hogere frequentie (kortere periodetijd) neemt de hoeksnelheid toe.

Henk, bedankt voor het inzicht dat dit niet uitsluitend over cirkels gaat. Een hoeksnelheid geldt (logisch ook) ook voor andere signaalvormen dan de sinus, bedankt.

Ik had begrepen dat de amplitude altijd een factor is waar later mee vermenigvuldigd wordt. Uitgaande van de 1 uit de eenheidscirkel, kan de waarde een vergrotings of verkleiningsfactor geven, was mijn idee.

Je citeert twee beweringen waarvan ik de 2e niet helemaal heb begrepen. Bij een hogere frequentie, 60 Hz ipv 50 Hz neemt de hoeksnelheid toe, terwijl de periodetijd afneemt.

2 * pi * f -> 2 * 3,14 * 60 = 120 pi rad / s (376,8) terwijl voor 50 Hz je aangeeft dat de hoeksnelheid dan 100 pi rad / s (314) is.

Volgende vraag, bij het -3dB punt van een RC filter gebruikt men de formule f0= 1 / ( 2 pi R C ). R * C geeft Tau. Wat is de relatie tussen RC en de frequentie, en wat is de betekenis van de hoeksnelheid in deze formule?

Waarom bij Impedantie XL = 2 pi L en XC = 1 / (2 pi C ) de hoeksnelheid van belang is is mij ook nog niet duidelijk.

High met Henk

Special Member

Op 21 januari 2022 19:56:14 schreef SuperPrutser:

Waarom bij Impedantie XL = 2 pi L en XC = 1 / (2 pi C ) de hoeksnelheid van belang is is mij ook nog niet duidelijk.

Maar de formule is fout

Xl = 2 * PI * f * L

Xc = 1 / (2 * PI * f * C)

Je bent de f vergeten...

Maar 2 * pi * f .

Bij 1 Hz is dit dus PI
Bij 50 Hz is dit dus 100 * PI
Bij 60 Hz is dit dus 120 * PI

Heb ik die getallen hierboven net niet eerder gezien??
Xl en Xc zijn "schijnbare" weerstanden.
Je mag deze weerstanden niet zomaar optellen....
Maar dat valt nu even buiten de scope van je vraag..

E = MC^2, dus de magnetische compatibiliteit doet kwadratisch mee???
Anoniem

ok, de 2 pi f is bedoeld als ( 2 * f ) pi radialen per seconde.

Ik heb het altijd als 1 geheel gezien. Dit verduidelijkt wel wat meer de betekenis van de hoeksnelheid formule.

Maar waarom die hoeksnelheid zo essentieel is in de wisselstroom berekeningen...

1 Henry komt voort uit 1 Volt opgewekt in een spoel door een stroom van 1 Ampere gedurende een seconde.

1 Fahrad komt voor uit 1 Volt opgewekt in een condensator door een stroom van 1 Ampere gedurende een seconde.

Zijn bovenstaande gegevens behulpzaam bij het doorgronden van het gebruik van de hoeksnelheid?

High met Henk

Special Member

Belangrijk is relatief in deze context.

We proberen eenheden zo te kiezen dat we makkelijke wiskundige relaties/formules kunnen gebruiken..
Is erg handig...

50 en 60 Hz zijn ook niet willekeurig gekozen als netfrequentie.

Dus ja, je hebt gelijk dat het geen toeval is,
Maar net zoals het niet relevant is om te weten hoe het huis waar je woont gebouwd is, gebruik je de feiten gewoon.

Overigens is de eenheid van capaciteit in een condensator Farad en geen Duitse fiets.
En 1 F = 1 coulomb / volt. Waarbij coulomb de eenheid van lading (in ons geval hebben we het dan over vrije elektronen)

Voor spoelen heb je wel gelijk, voor condensatoren mag je even zelf rekenen..

Dus
f = 1 Hz
L = 1 H
U = 1 V

Opdracht: bereken Xl en dan I

Je zal zien dat er niet 1 uit komt...
Maar we hadden toch dit

Een spoel heeft een zelfinductie van 1 henry als een verandering in de stroomsterkte van 1 ampère per seconde een inductiespanning veroorzaakt van 1 volt.

Let op de formule voor zelfinductie is als volgt...
U = -L * (dI/dT)

Het minteken kun je voor mij even negeren, die is niet direct relevant..
Omschrijven levert op
U / -L = dI / dT

Nogmaals omschrijven levert

1 / -L = dI / (dT * U)

Nog eens levert

-L = (dT * U) / dI

Hee wacht eens nergens zit een f in. Of toch wel...
Jawel dT is een tijd echter het probleem is dat dit geen sinus is, maar een stap responsie. Dus schakelaar om en gaan.

Kijk eens naar opladen van een spoel op DC en je snapt me..

E = MC^2, dus de magnetische compatibiliteit doet kwadratisch mee???
Anoniem

Hoi Henk, bednkt voor je reactie.

Om een goed begrip van elektronica te krijgen probeer ik toch wat meer te doorgronden "hoe het huis gebouwd is".

Bij de SI basis eenheden was me op school al meteen opgevallen dat de elektrische stroom geen basis eenheid is maar een afgeleide van Couomb per seconde. Daardoor ben ik wat meer gemotiveerd om soms de onderste steen boven te krijgen (wat vaker niet dan wel lukt).

Bij U = 1V, L = 1 H en t = 1 sec (f = 1 Hz)
XL = 2 pi f L -> 2 * pi * 1 * 1 = 2 pi = 6,28 Ohm.
I = U / Z -> 1 / 6,28 = ca 0,16 A.

Voor een condensator:
Xc = 1 / ( 2 * pi * f * C ) -> 1 / ( 2 * pi * 1 * 1) = 0,16 Ohm
I = 1 / 0,16 = 6,28 A.

Op wikipedia zie ik jouw stelling bevestigd. 1F = 1C / 1V , 1 Coulomb wordt hier ook vergeleken met 1 Coulomb per seconde wat 1 Ampere vertegenwoordigd. Dan lijkt me toch dat bij gedurende 1 seconde bij een stroom van 1 ampere een elektrisch veld van 1 Volt wordt gegenereerd in een capaciteit van 1 Farad.

Het beweringen kloppen idd niet over Farad en Henry in relatie tot 1 Ampere.

Met je gegeven afgeleide formule (dank daarvoor) -L = (dT * U) / dI
Volgt: -1 = ( 1 * 1 ) / dI.
dI moet dan -1 zijn. Dit bewijst idd de stelling van 1 Henry met 1 Ampere en 1 Volt.

Voor de stroom door de condensator is er dan de formule:
I = C (dV / dT)
Doe ik dan dezelfde omschrijving:
I / C = dV / dT
en dan:
1 / I = dV / ( C * dT )
Waaruit volgt:
I = ( C * dT ) / dV

Hieruit vind ik dan ook weer dat wanneer de stroom, spanning periodetijd en capaciteit 1 zijn de formule ook weer sluitend is.

Binnenkort houd ik deze herschreven formules tegen het licht in relatie tot de tijd en hoeksnelheid in formules. Ik denk dat dit nog wel tot een nieuw inzicht kan leiden. Voor zover bedankt!

High met Henk

Special Member

Je verwart AC met DC.

Een condensator gedraagt zich op DC anders dan op AC.

De vraag is in deze is wat een stap responsie is....

E = MC^2, dus de magnetische compatibiliteit doet kwadratisch mee???
JoWi

Special Member

Het grote voordeel in elektronica is dat je bij het rekenen met hoeksnelheden geen coëfficiënten nodig hebt.
De impedantie van een spoel is dan jωL, die van een condensator 1/jωC waarbij ω de hoeksnelheid is.

Na al je rekenwerk kan je aan het eind de hoeksnelheid omzetten naar bijv. een frequentie via 2 π

Wikipedia noemt het voorbeeld bij het uitrekenen van het asvermogen:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Radialen_per_seconde

[Bericht gewijzigd door JoWi op vrijdag 21 januari 2022 23:03:52 (16%)

Ignorance is bliss
JoWi

Special Member

.

[Bericht gewijzigd door JoWi op vrijdag 21 januari 2022 23:03:35 (100%)

Ignorance is bliss

Op 21 januari 2022 21:54:00 schreef High met Henk:
Je verwart AC met DC.

Een condensator gedraagt zich op DC anders dan op AC.

De vraag is in deze is wat een stap responsie is....

dat maakt het voor TS nodeloos verwarrend. Zijn vragen zijn gerelateerd rond de wisselstroomtheorie. In de inleiding ga je dan steeds vinden dat het over sinusvormige signalen gaat, anders gaat het eenvoudige complex rekenen niet meer op.

de stap responsie hoort in een andere boek thuis, dat van de overgansverschijnselen.

pas als je beide snapt kan je ze gaan combineren :-)

High met Henk

Special Member

Te kwam zelf met deze:

Een spoel heeft een zelfinductie van 1 henry als een verandering in de stroomsterkte van 1 ampère per seconde een inductiespanning veroorzaakt van 1 volt.

Dat is toch echt het gevolg van een stap responsie en dat is in mijn ogen voor nu nog even meer DC dan AC. Probeerde het eenvoudig te houden om dit uit te leggen..

E = MC^2, dus de magnetische compatibiliteit doet kwadratisch mee???

Als een spanning van 1V een verandering van 1 ampere per seconde teweeg brengt, dat is gewoon de definitie van 1H. Dat werkt altijd. DC of AC maakt niet uit.

four NANDS do make a NOR . Kijk ook eens in onze shop: http://www.bitwizard.nl/shop/
High met Henk

Special Member

Primair leg je DC stap aan.
Geen AC.
Secundair komt er wel een asymptoot uit. Zou je als AC kunnen zien

AC op 1 Hz levert een Xl op van 6 ohm.. knap als jij daar 1 A op 1V uit krijgt!

Nu kun je zeggen dat een stap ook AC is, maar dat gaat denk ik een brug te ver nu om een transient analyse te doen van een stap.

[Bericht gewijzigd door High met Henk op zaterdag 22 januari 2022 13:35:32 (26%)

E = MC^2, dus de magnetische compatibiliteit doet kwadratisch mee???

De frequentie heeft niks te maken met de straal van een circel. Puur misverstand.

De frequentie is "aantal perioden per seconde".
Bij 50 Hz heb je dus 50 perioden per seconden. Eén periode duurt dan 1/50 = 0.02 seconden.

De spanning verloopt sinusvormig. Eén periode beslaat een volledige sinus figuur. Om dan de spanning op elk moment te berekenen moet je de periode opsplitsen in kleine stukjes, en wel zo dat je van die stukjes de sinus kunt berekenen. Dus een periode wordt dan ofwel 360 graden, of 2*PI radialen, wat je wilt.

De hoeksnelheid (in radialen per seconde) kun je dan uitrekenen door het aantal perioden per seconde (= frequentie) te vermenigvuldigen met het aantal radialen per periode (2*PI). Dus dat wordt (2 * PI * f).

De oorzaak van het sinusvormige verloop van AC ligt in onze electriciteits centrale. De spanning wordt opgewekt door een magneet te laten draaien in een spoel. En dat resulteert in een sinusvormige spanning.

Anoniem

Hallo,

Henk, even een tijdje gezocht op stap respons. Het is mij nog niet helemaal duidelijk. Mijn eerste indruk is dat dit dv/vt en dI/dt betreft, met als stapgrootte het momentele spannings of stroomverschil.

Vanuit de opleiding ben ik ook bekend met de uitgebreidere formule met het exponent met grondtal e. Hier is dan de verhoging of verlaging van de spanning / stroom steeds een factor 0,63. Dit is bijna gelijk aan 1/5 pi, toeval?

In mijn zoektocht ben ik wel de neper frequentie tegengekomen, interessant maar vandaag niet veel tijd en aandacht voor. De formule
1/(2RC) is gelijk aan 1/2 Tau. Denk niet dat dit de stap response is.

JoWi, bedankt voor je reactie. Tot nu toe heb ik alleen met een enkele frequentie moeten rekenen. Eigenlijk logisch dat het eind resultaat van de hoeksnelheid uitkomst bij berekening weer tot een frequentie te berekenen is.

In het Wiki artikel over hoeksnelheid zag ik de volgende tekst:

Het vermogen p dat wordt geleverd door een draaiende as gelijk aan de hoeksnelheid omega (in rad/s) vermenigvuldigd met het moment tau dat op de as wordt uitgeoefend uitgedrukt in newtonmeter, volgens de eenvoudige formule p= omega tau. Het geleverde vermogen wordt dan uitgedrukt in watt.

Dit zet me dan weer meer te denken over de betekenis van de hoeksnelheid, en ook van Tau, RC. Vaak wordt er aangegeven dat een hogere frequentie meer energie vertegenwoordig. Bovenstaande formule geeft hier eenvoudige duiding voor.

Het gebruik van Tau krijgt hier ook een duidelijkere betekenis. Deze formule komt ook weer heel dicht in de buurt van de formule voor het -3dB punt. De wiskunde begint wat meer vorm en duiding te krijgen.

Lucky Luke

Golden Member

Mag ik er een fietswiel bij halen?

Als je een vast punt op dat wiel kiest, biijvoorbeeld het ventieldopje, dan kun je goed zien hoe het rondjes draait.

Het aantal rondjes per seconde is de frequentie. Da's onafhankelijk van de diameter van het wiel (of de straal van de cirkel, zo u wilt).

De hoeksnelheid is handig: die is onafhankelijk van de diameter van het wiel. De complete omwenteling is 2 Pi radialen. (Of 360 graden, je verdeeld gewoon de cirkel in 360 stapjes, of in 2 Pi stapjes. Als je 400 stapjes zou willen kan dat ook, of wat je maar wilt, het rekent hooguit onhandiger maar het kan wel). Dus 50 rondjes per seconde is 50 * 2 Pi radialen per seconde. Als je de gewone snelheid neemt, in meters per seconde, ben je ineens afhankelijk van de omtrek van het fietswiel (in meters). Daarom is de hoeksnelheid handiger.

Als je de hoogte van het ventieldopje vanaf de grond van een voorbij fietsende fiets plot, dan heb je een sinusvorm. Dat werkt uiteraard ook met andere roterende cirkels dan fietswielen. Ook met een punt op een eenheidscirkel.

Met een sinus in een rekenmachine kun je leuk de frequentie en de amplitude opgeven. Aannemende dat de rekenmachine op radialen is ingesteld, is 1 rondje, 1 cyclus dus, nog steeds 2 Pi. (Als 'ie op graden staat, is het 360 graden). Dan kun je dus sin(2*Pi*f) gebruiken om een andere frequentie op te geven: het aantal rondjes per seconde maal een compleet rondje.

De amplitude kan daar dan weer voor, want standaard heeft die sinus een bereik van -1 tot 1. Door het hele ding met de gewenste amplitude te vermenigvuldigen vergroot je het bereik tot de gewenste amplitude.

EDIT: Misschien te simpel nu je met stapresponsies en RC tijden bezig bent. Daarvan weet ik ook niet hoe ik ze op een fietswiel uitdrukt. Maar het geeft in elk geval een verklaring waarom je de hoeksnelheid gebruikt: Je frequentie is onafhankelijk van je amplitude.

Er zijn leuke youtube-filmpjes van wiskundigen die de sinus, eenheidscirkel en de e-macht netjes aan elkaar weten te linken. (want, eh, voordat ik dat kan uitleggen moet ik die zelf ook nog eens herbekijken)

[Bericht gewijzigd door Lucky Luke op zaterdag 22 januari 2022 23:31:52 (13%)

Eluke.nl | De mens onderscheid zich van (andere) dieren door o.a. complexe gereedschappen en bouwwerken te maken. Mens zijn is nerd zijn. Blijf Maken. (Of wordt, bijvoorbeeld, cultuurhistoricus)
Anoniem

Bedankt voor alle reacties. Bij deze wil ik een opsomming maken van hetgeen ik geleerd heb over de hoeksnelheid. Wellicht dat hier nog een op of aan merking over te plaatsen is.

Ik heb mij altijd verwonderd over de gelijkenis van 2πr met de omtrek van een cirkel. Mijn aanname nu is dat deze uitdrukking in gebruik is voor een eenheidscirkel. De waarde vn de straal van 1 wordt hier weggelaten.
De uitdrukking zou in zijn volledigheid 2π * (r=1) * f zijn. De frequentie is een toegevoegde factor ten opzichte van de omtrek. 2 Cycles in een seconde geven een 2x zo grote omtrek van de eenheidscirkel als bij 1 cycle per seconde.

Op de pagina van wikipedia leerde ik het volgende:
In de mechanica geldt dat voor het vermogen van een draaiende as de hoeksnelheid met het moment (Tau) vermenigvuldigd dient te worden. Dit resulteert in een waarde uitgedrukt in Watt. Tau vertegenwoordigd hier een waarde in Newtonmeter, dit doet mij aan de defenitie van spanning in Volt denken. Kracht maal Lading gedeeld door de afstand, dwz Newtonmeter Coulomb. De relatie hiermee heb ik nog niet kunnen onderzoeken.

De formule die Wiki geeft voor de hoeksnelheid ϖ = 2π/T = rad s-1. Aangezien f = 1/T kan ik hieruit herleiden (2π) 1/T = 2πf , de formule die bekend is van de hoeksnelheid.

Het vermogen van de draaiende as, p = omega * Tau kan in de elektronica als volgt voorkomen:
Tau is het meest bekend als de RC tijd. Deze wordt ook gevormd door de produkten van:
RC circuit: ? = RC = 1/ϖ
RL circuit: ? = L/R
RLC serieschakeling: ? (Q factor) = 1/2 ( √ L/C )
RLC Parallel schakeling: ? (Q factor) = R √ ( C/L )
Gezien er bij de RLC berekening over de Q factor wordt gesproken, betekent dit dan ook dat voor een LC circuit de Q factor als Tau beschouwd kan worden? En is Tau nu hetzelfde als de Q factor?

De berekening van het -3dB punt en de relatie met Tau en de hoeksnelheid komt volgens mij voort uit de formule voor het vermogen van een draaiende as. Hier wordt de inverse berekend van Tau vermenigvuldigd met de hoeksnelheid, wat voor het vermogen in Watt staat. De periodetijd is in deze weggelaten, waardoor deze misschien als 1 seconde wordt meegenomen?
Waarom de hoeksnelheid wordt gebruikt bij het berekenen van de schijnbare weerstand (impedantie) bij een spoel en condensator is mij nog niet helder.
Bij een LC circuit spanning ben ik nog de volgende uitdrukking tegengekomen: hoeksnelheid = 1/(√( LC ). Dit wil zeggen dat de resonantiefrequentie van de LC combinatie in de hoeksnelheid vertegenwoordigd is?

Tijdens mijn ontdekkingsreis liep ik tegen het volgende verband aan:
Vanuit de opleiding ben ik ook bekend met de uitgebreidere formule met het exponent met grondtal e. Hier is dan de verhoging of verlaging van de spanning / stroom steeds een factor 0,63. Dit is bijna gelijk aan 1/5 π , toeval?
De factor 0,63 kom ik verder niet meer tegen. Zou het kunnen dat dit de uitkomst is geweest van het rekenvoorbeeld dat ik van mijn opleiding heb onthouden, en is het louter toeval dat deze nagenoeg gelijk is aan 1/5 π ?

Al met al is de betekenis van de hoeksnelheid mij een stuk duidelijker geworden. Zoals ik gewend ben komt er met een antwoord een reeks nieuwe vragen.

Op 23 januari 2022 11:29:58 schreef SuperPrutser:

Ik heb mij altijd verwonderd over de gelijkenis van 2πr met de omtrek van een cirkel. Mijn aanname nu is dat deze uitdrukking in gebruik is voor een eenheidscirkel.

dat is het ook.. wat de straal ook is, de omtrek is 2πr keer groter, dus verhouding is altijd 2πr conclusie: straal doet er niet toe en dus niet relevant voor de hoeksnelheid. (uiteraard wel voor de snelheid van een ronddraaiend punt , das wat anders).

Het moet zelfs geen eenheidscirkel zijn. die haal je uit de gonimetrie, denk ik, waar dat cosx, sinx etc van hoek x de enkel de juiste waarde hebben bij die eenheidscirkel.

Op 22 januari 2022 13:03:33 schreef High met Henk:
Primair leg je DC stap aan.
Geen AC.

Jij begint steeds over DC. Waar haal je dat vandaan? Ik zet een spanning op mijn spoel gelijk aan U = cos (t) . Die spanning staat al op deze spoel sinds het begin der tijden. Op t=0, willekeurig gekozen, maar wel zodat de cosinus klopt.... is cos (t) precies gelijk aan 1. De spanning is dus 1V. de stroom zal op t=0 dus met 1A/sec veranderen (toenemen).

In dit voorbeeld duurt het een paar tienden van een seconde voordat de cosinus functie meetbaar verschilt van 1V. De stroomtoename-per-seconde gaat dan ook meetbaar veranderen (die zijn numeriek gelijk bij een spoel van 1H).

Als je een hele seconde zonder meetbaar verschil van de "1A/sec" wil kunnen waarnemen, dan moet je de spanning kiezen als 1000 cos (t/1000). Nu ga je makkelijk een paar seconden volmaken voordat je een meetbaar verschil krijgt t.o.v. de initiele 1A/sec stroomstijging.

Maar ik hoop dat je inziet dat je het over "1A/sec" kan hebben, ook als we niet een hele seconde moeten meten. Je kan toch ook 20km/u fietsen zonder je daadwerkelijk 20km te moeten verplaatsen?

Dus waar haal jij vandaan dat het over een stapresponse gaat?

Een spoel van 1H is gewoon een elektrisch element wat als je er een spanning van 1V op zet per seconde 1A meer stroom gaat voeren. En hij is lineair: 2x meer spanning en er gaat 2x meer stroom lopen.

Dat is alles wat je over de theoretische 1H spoel hoeft te weten.

four NANDS do make a NOR . Kijk ook eens in onze shop: http://www.bitwizard.nl/shop/

Op 22 januari 2022 03:52:08 schreef High met Henk:
Te kwam zelf met deze:

[...]

Dat is toch echt het gevolg van een stap responsie en dat is in mijn ogen voor nu nog even meer DC dan AC. Probeerde het eenvoudig te houden om dit uit te leggen..

Ok, maar stapresponsie kan veel meer betekenen.

laat me pogen het heel eenvoudig uitleggen. een spoel heeft in inductantie van 1H als er bij een stroom die 1A/sec toeneemt één volt over gaat staan.
het werkt ook omgekeerd , bij 1H is het makkelijk in te zien: een spoel heeft een inductantie van 1 H als er na een seconde 1 A doorgaat wanneer je er 1 volt over zet. na 2 sec wordt dit 2 A enzv.

of is dit ingewikkelder? :-)