Hallo,
Voor mijn cursus heb ik 2 vragen om de voorschakelweerstand te berekenen. Maar ik begrijp het volgens mijn onvoldoende. De vragen zijn als volgt:
1) Een indicatiegloeilampje is gemaakt voor een spanning van 130V. Bij deze spanning loopt er een stroom door het lampje van 0.05A.
Hoe groot moet de voorschakelweerstand zijn om dit lampje aan te sluiten op 230V
Hier ben ik vanuit gegaan dat ik de weerstand moet berekenen van beide spanningen. Dus 230V/0.05A = 4600Ω en 130V/0.05A = 2600Ω
Om dan te weten wat de voorschakelweerstand is ga ik vanuit dat ik deze getallen van elkaar moet aftrekken, en dan bekom ik 2000Ω.
2) Een LED lampje is gemaakt voor een spanning van 1.7V. Bij deze spanning moet er een stroom door de LED lopen van 0.005A
Hoe groot moet de voorschakelweerstand zijn om dit lampje aant te sluiten op 24V?
Ook hier ga ik vanuit om de weerstand van beide te berekenen.
1.7V/0.005A = 34Ω en 24/0.005 = 4800Ω
Alsook hier trek ik af en bekom ik 4766Ω
Is het zo simpel? Of ga ik hier volledig de mist in?