Ik snap je uitleg over lage impedanties op het einde en tegenpolen niet goed. Je haalt begrippen over dipolen en long wire antennes door elkaar. (net zoals de vermogens bij MW en FM
)
Een symmetrische dipool is resonant en heeft een lengte van 2x 1/4 Lambda. De impedantie is gewoon 73 Ohm. En die koppel je aan je 75 Ohm input met een feeder die dezelfde karakteristieke impedantie heeft.(waarom een vaag begrip als "laag" gebruiken als de exacte waarde gekend is?)
Neem je slechts één vertikale spriet en een massavlak als "tegengewicht" dan gebruik je dat vlak als spiegel. Dus de antenne wordt gewoon gespiegeld in dat massavlak. Hij wordt dan asymmmetrisch en de consequentie is dat de impedantie halveert Dus 36Ohm. Gebruik je ipv een massavlak een aantal schuine sprieten, dan geeft dat een gunstiger antenne patroon, en wordt de impedantie 52 Ohm.
Elke antennelengte die afwijkt zorgt dat je buiten de resonantiecurve valt, en de opgepikte signaalsterkte zal aanzienlijk kleiner zijn, de impedantie zal uiteraard wijzigen, en niet meer Ohms, maar complex zijn. Behalve minder signaal heb je dan ook nog eens misaanpassing met reflecties als gevolg.Voor optimaal resultaat zul je dan moeten een reactantie in serie schakelen...untsoweiter...