Alle Brymen meters komen met dezelfde meetsnoeren.
Ik las een een jaar of twee / drie terug veel positieve en lovende reacties van mensen die een Brymen meter hadden aangeschaft. Die positieve reacties in combinatie met wat problemen / eigenaardigheden aan de Fluke meters die ik had (De 189 en de 185) hebben mij over de streep getrokken om een 869 met de Usb interface te kopen. Na twee weken was ik zo gewend en vertrouwd met de 869 dat ik de de beide Flukes op marktplaats heb gezet en een tweede 869 heb besteld. Het mooie van de Brymen meters is dat ze de laats gebruikte functie van een stand onthouden, bij Fluke (en veel andere meters) moet je dan telkens weer door de functies “scrollen” Niet veel later heb ik m’n Fluke 113 ook de deur uitgedaan en van de opbrengst een BM325 gekocht.
De 869 biedt ten opzichte van de 867 niet alleen een betere precisie maar ook een grotere true RMS frequentiebereik, de mogelijkheid om aan frequentiedrives te meten en een dubbele temperatuur meting. Als je die functies bij jou gebruik niet nodig hebt dan moet je je afvragen waarom je een 869 zou willen kopen? Voor mij gaf het grotere true RMS bereik de doorslag om voor de 869 te gaan.
De 325 is voor z’n geld een geweldige meter, hij is niet zo precies als de 869 maar hij is voor mijn gevoel een stuk sneller dan de 869. Bij weerstands- en spanningsmetingen staat hij vrijwel direct in het juiste bereik en het resultaat is direct stabiel. Als je even snel rondprikt op een print is dat erg prettig. Het nadeel is dat die dan weer geen bargraph onder in beeld heeft. Verder heeft die een non contact voltage detectie en een LOW-Z fictie die erg handig is als je aan netspanningsinstallaties meet..
Je hebt het vaak over precisie maar heb je die precisie wel echt nodig of is dat iets wat je jezelf hebt aangepraat?