Op 13 oktober 2019 21:03:58 schreef RAAF12:
Zo'n combi VA metertje met vanaf 0 aanwijzing die de TS heeft gekocht is meestal zo'n goedkope Chinese. Die worden met een aparte spanning, los van de trafo hoofdspanning gevoed.
U kunt zo'n combi-meter op verschillende manieren in een voeding opnemen.
Als u de meter voedt uit een eigen voeding is de bedrading in onderstaande afbeelding voorgesteld. Let op dat de stroommeter wordt opgenomen in de negatieve uitgangslijn van de spanningsbron! Dat kan consequenties hebben wat betreft uw massa-bedrading, dus daar moet u goed op letten.
Als u de meter voedt uit de te meten spanning kunt u het onderstaande schema toepassen. De dunne rode en gele draden worden met elkaar verbonden. Hetzelfde geldt voor de dunne zwarte en de dikke zwarte draden. Let er op dat u dit schema alleen kunt toepassen als de te meten spanning tussen de grenzen van 3,5 V en 28,0 V blijft. Let er verder op dat in beide voorgestelde schakelingen de spanningsval over de shuntweerstand in serie staat met de uitgangsspanning van de voeding en dus ervoor zorgt dat de spanning over de belasting iets lager is dan de spanning die uit de spanningsbron komt. Volgens de specificaties is de shuntweerstand slechts 25 mΩ en bedraagt de maximale spanningsval over deze weerstand dus slechts 75 mV.
De meter inbouwen in een regelbare laboratoriumvoeding
Als de te meten spanning lager dan 3,5 V of groter dan 28,0 V kan worden kunt u de schakeling gebruiken die in de onderstaande figuur is voorgesteld. In dit voorbeeld gaat het over een instelbare laboratoriumvoeding met een uitgangsspanning die u kunt instellen tussen 0 V en 30 V. De gelijkrichter levert een spanning die bij nullast maximaal 35 V bedraagt. Omdat deze spanning te hoog is voor het voeden van de meter is een zenerdiode van 12 V tussen geschakeld. Hierdoor wordt de voedingsspanning voor de meter gereduceerd tot maximaal 23 V, een onder alle omstandigheden veilige waarde.
De stroomshunt is aangesloten tussen de massa-aansluiting van de primaire afvlakcondensator en de massa van de stabilisatie-schakeling. De spanningsval over de shunt wordt dan gecompenseerd door de stabilisatie-schakeling. De uitgangsspanning blijft dus constant, ook als de belastingsstroom stijgt. Echter, nu wordt wél de spanningsval over de shunt opgeteld bij de spanning die wordt gemeten. Als u bij nullast een spanning van 12,00 V instelt zal de spanningsindicatie stijgen als u de voeding belast. Dat is een beetje onnatuurlijk, maar inherent aan de manier waarop in de meter de stroom- en spanningsmetingen aan elkaar zijn gekoppeld met een gemeenschappelijke 'koude' aansluiting.
Als u dat niet wilt, dan moet u de stroomshunt achter de stabilisator in de massaleiding tussen voeding en belasting opnemen. U meet dan de 'echte' uitgangsspanning die de voeding levert. In dat geval zal echter deze reële uitgangsspanning dalen als u de voeding belast vanwege de spanningsval over de shunt die niet wordt gecompenseerd door de stabilisator.
Het is of de ene of de andere fout die u moet accepteren.