En ik kom WEER terug op wat ik eerder schreef.
Stel ik heb een spoel in serie met een signaal, dan een condensator naar aarde, dan weer zo'n spoel in serie en condensator naar aarde. Stel ik heb zo 10 van die paartjes.
Nu, voor ieder van die paartjes, splits ik de spoel in tweeen (in serie, halve spoelwaarde ieder.) en de condensator ook (parallel, wederom halve capaciteit ieder). Vervolgens verplaats ik 1 condensator zodat ie aangrijpt op het punt tussen de twee spoelen. Dubbel zo veel componenten. Stel dat doe ik tien keer, zodat er nu 10240 spoel-condensator paartjes zijn.
Dit is een redelijke benadering voor een zogenaamde transmissielijn. Het signaal wat je er aan het begin instopt komt er identiek uit, maar alleen verschoven in de tijd.
Stel nu ik neem een transmissielijn van 100m. De loopsnelheid is iets van 108 m/s dus de looptijd wordt dan iets van 10-6s. Stel ik stop er een signaal in van 10MHz, dan komt het er aan de andere kant 10 cycli vertraagd uit.
Alleen de impedantie aan het begin is gewoon reeel: het lijkt op een zuivere weerstand: Stroom en spanning in fase. Alleen als je de stroom aan het eind gaat meten en vergelijken met de spanning aan het begin krijg je een grotere faseverschuiving dan de 90 graden die je van een perfecte spoel (of condensator) krijgt.