Vele jaren geleden deed ik field service aan SCO Unix systemen met via serieele poorten gekoppelde domme terminals. Er kwam een storing binnen van een defecte terminal, dus ik met een spare op pad.
Sluit ik de spare terminal aan: op het moment dat ik de DB25 rs232 aansluit komt er een klap en een vlamboog uit de rs232 stekker en krijg ik een optater van jewelste. Gelukkig alleen maar erg geschrokken en geen letsel.
Ik in de stress - het betrof een grote camping in Zeeland midden in de piekperiode - , maar het centrale Unix systeem draaide rustig door. Er verschijnt wel de droge melding op de console dat er een tty proces aan het afsterven is ("tty proces keeps dying").
Wat bleek: een hobbyist had een aantal geaarde wandcontactdozen aangesloten met een aarddraad die verderop helemaal niet aangesloten was. Dat op zich is nog niet zo'n ramp, maar ook de fasedraad in een van de WCD's was te ver doorgedraaid was en maakte contact met de aarde. Oftewel, alle geaarde delen van de spullen die op die WCD's waren aangesloten stonden op 220V. Dat ging fout toen er een apparaat op aangesloten werd wat via een andere weg wel op goede aarde is aangesloten: pin 7 van de DB25 was verdampt, terminal stuk, dure 16-poorts serieele adapter in hoofdsysteem stuk.
De camping heeft die zomer een pak minder winst gemaakt, maar deze opeenstapeling van fouten in de elektrische installatie had heel wat fataler kunnen aflopen.